• Het systeem start niet wanneer het scherm
"
" toont en enkele seconden knippert
nadat een bedieningstoets is ingedrukt.
Dit komt doordat het systeem centraal bestuurd
wordt. Wanneer het display knippert betekent dit
dat het systeem niet met de afstandsbediening
bestuurd kan worden.
• VERWARMINGSFUNCTIE binnen de 6 uur
nadat de airconditioner is ingeschakeld.
Sommige modellen voeren de volgende
handeling uit om de apparaten te beschermen.
Als de VERWARMINGSFUNCTIE binnen 6 uur
na inschakelen van de airconditioner wordt
uitgevoerd, stopt de ventilator in de binnenunit
gedurende ongeveer 10 minuten tijdens de
werking van de buitenunit om de apparaten
te beschermen.
Bovenstaande handeling wordt niet alleen op
het moment van installatie uitgevoerd, maar
telkens als de stroomonderbreker aan/uit
wordt gezet.
Schakel voor een comfortabel gebruik de
stroomonderbreker niet uit tijdens het
seizoensgebonden gebruik van de
VERWARMINGSFUNCTIE.
• De werking van de buitenunit stopt.
De binnentemperatuur heeft immers de
ingestelde temperatuur bereikt. De binnenunit
staat in de VENTILATORSTAND.
KOELFUNCTIE (AUTOMATISCHE
KOELFUNCTIE): zet de ingestelde temperatuur
lager.
VERWARMINGSFUNCTIE (AUTOMATISCHE
VERWARMINGSFUNCTIE): zet de ingestelde
temperatuur hoger.
Als het systeem zich in een normale toestand
bevindt, start de functie na een tijdje.
• Op de afstandsbediening wordt "
getoond en er wordt geen lucht meer
geblazen.
Het systeem schakelt namelijk automatisch naar
de ONTDOOIFUNCTIE om te voorkomen dat de
verwarmingscapaciteit vermindert wanneer er
zich meer vorst vormt op de buitenunit.
Na 6 tot 8 minuten (maximum 10 minuten) keert
het systeem terug naar de originele stand.
II. DE BEDIENING STOPT SOMS.
• Op de afstandsbediening worden "U4" en
"U5" getoond en de werking stopt. Na een
paar minuten kan die evenwel opnieuw
worden hervat.
De communicatie tussen de units wordt namelijk
uitgeschakeld en de werking gestopt omwille
van ruis die wordt veroorzaakt door andere
apparaten dan de airconditioner.
Als de elektrische ruis vermindert, start het
systeem automatisch opnieuw.
13
III. DE VENTILATORSNELHEID VERSCHILT VAN
DE INGESTELDE SNELHEID.
• De ventilatorsnelheid verandert niet, zelfs
niet als u op de knop voor regeling van de
ventilatorsnelheid drukt.
Voor de ONTDOOIFUNCTIE tijdens de
KOELFUNCTIE, wordt het luchtdebiet verlaagd
om te voorkomen dat smeltwater wordt
overgebracht.
Na een tijdje kunt u het luchtdebiet wijzigen.
(Het luchtdebiet kan niet worden ingesteld
voor het DROOGPROGRAMMA.)
Als de kamertemperatuur hoger is dan de
ingestelde temperatuur, gaat de binnenunit naar
de stille stand. Het duurt even vooraleer het
luchtdebiet verandert.
Verhoog de ingestelde temperatuur. Na een
tijdje verandert de luchtstroomsnelheid.
IV. DE LUCHTUITBLAASRICHTING IS NIET
ZOALS OPGEGEVEN.
• De huidige luchtuitblaasrichting is niet zoals
aangegeven op de afstandsbediening.
• De automatische draai-instelling werkt niet.
De luchtstroomsnelheid wordt namelijk
automatisch geregeld.
Na een tijdje kunt u de luchtstroomrichting
wijzigen.
V. DE LUCHTSTROOMRICHTING VERSCHILT
VAN WAT OP HET SCHERM VAN DE
AFSTANDSBEDIENING WORDT GETOOND.
• De jaloezieën draaien niet wanneer de
afstandsbediening de draaifunctie toont.
<VERWARMEN>
Dat komt doordat de luchtstroomrichting zodanig
wordt geregeld dat die horizontaal is nadat de
functie start of als de binnentemperatuur hoger
is dan de ingestelde temperatuur. Hierdoor
"
wordt vermeden dat de lucht rechtstreeks op uw
lichaam wordt geblazen.
Na een tijdje start de draaifunctie.
(Zie "BEWEGING VAN DE JALOEZIEËN"
op pagina 9.)
• De op de afstandsbediening weergegeven
luchtstroomrichting verschilt van de
werkelijke richting van de jaloezieën.
<KOELFUNCTIE en DROOGPROGRAMMA>
Als de luchtstroom omlaag gericht is, verschilt
de luchtstroomrichting een tijdje van die op het
scherm om te voorkomen dat er zich vorst vormt
op de jaloezieën.
Na een tijdje verandert de luchtstroomrichting in
de ingestelde richting.
(Zie "BEWEGING VAN DE JALOEZIEËN" op
pagina 9.)
Nederlands