Hoofdstuk 4 - Onderhoud
Olie verversen en filter vervangen
Zie onder Onderhoudsschema voor het verversingsinterval. De motorolie moet worden ververst voordat de boot wordt
opgeslagen.
BELANGRIJK: Ververs de motorolie na bedrijf, terwijl de motor nog warm is. Warme olie stroomt beter door en voert
daardoor meer verontreinigingen af. Gebruik uitsluitend de aanbevolen motorolie (zie 'Technische gegevens').
Olie verwijderen met aftappomp
1.
Draai het oliefilter los om het systeem te ontluchten.
2.
Trek de peilstok uit.
3.
Installeer de olieaftappomp op de peilstokbuis.
a
4.
Leg het slanguiteinde van de carteroliepomp in een geschikte opvangbak en pomp met behulp van de hendel totdat
het carter leeg is.
5.
Verwijder de pomp.
6.
Installeer de peilstok.
Oliefilter vervangen
NB: Zorg dat er geen olie op het uitlaatspruitstuk of op de serpentineriem komt.
1.
Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Als er olie uit het oliefilter komt, stroomt deze uit de olieaftapsleuf. Plaats een
bak onder de olieaftapsleuf om eventuele olie op te vangen.
2.
Breng motorolie aan op de afdichtring van het nieuwe filter.
3.
Installeer het oliefilter en draai deze stevig aan volgens de instructies van de filterfabrikant. Draai niet te vast aan.
4.
Verwijder de olievuldop.
5.
Gebruik altijd de peilstok om de hoeveelheid vereiste motorolie te bepalen Installeer de peilstok.
6.
Vul de voorgeschreven hoeveelheid aanbevolen olie bij om het peil tot aan de onderkant van "OK range" (juist bereik)
op de peilstok te brengen.
7.
Herhaal zo nodig stap 5 en 6 terwijl de boot in het water stilligt.
NB: Bijvullen met 0,95 L (1 US qt) motorolie verhoogt het peil vanaf de onderkant van het bedrijfsbereik tot de
bovenkant van het bedrijfsbereik.
Alle modellen
Motorolie (met filter)
Bladzijde 46
b
a
Inhoud
6,5 L (7 US qt)
Mercury 25W-40 Synthetic Blend 4-Stroke Engine Oil (synthetische olie voor 4-taktmotoren)
a -
olieaftapslang
b -
olieaftappomp
50335
a -
olievuldop
b -
oliefilter
c -
olieaftapsleuf
b
c
50318
Type vloeistof
90-8M0116140
DECEMBER 2015
nld