C O N T R O L E R E N
VA N
MOTOROLIEPEIL EN BIJVULLEN
Lees aandachtig pag. 43 (ONDERHOUD)
en pag. 27 (VERSNELLINGSOLIE).
C o n t r o l e e r
h e t
n i v e a u
versnellingsolie op basis van het HET
ROUTINE-ONDERHOUD: SCHEMA, zie
pag. 44.
CONTROLE
BELANGRIJK
een vlakke en stevige ondergrond.
u
Zet de motor uit en laat hem minstens
tien minuten afkoelen om de olie in het
carter te laten zakken en afkoelen.
u
Haal de ombouw aan de rechterzijkant
weg, zie pag. 53 (VERWIJDEREN VAN
ZIJBESCHERMKAPPEN).
u
Draai de schroef (1) los en verwijder
deze.
GEVAAR
H E T
Gevaar voor vallen of omvallen.
W a n n e e r
d e
rechtgezet van de parkeerstand in de
rijstand, gaat de standaard automatisch
v a n
d e
omhoog.
u
Laat het voertuig rechtop staan met de
twee wielen op de grond.
BELANGRIJK
beschreven aanwijzingen niet opvolgt,
loopt u het risico het peil verkeerd af te
lezen.
u
Draai vanaf de rechterkant de schroef (1)
los en verwijder deze.
u
Controleer met het oog of de olie tot de
binnenste rand van het gat (2) komt.
Als het hier is:
u
Draai de schroef (1) aan.
Als het niet zo is:
u
Bijvullen.
BIJVULLEN
Indien nodig bijvullen:
Plaats het voertuig op
u
u
u
u
u
m o t o r f i e t s
w o r d t
u
Draai de vuldop goed vast en zorg
Als u de hierboven
ervoor dat de olie er niet uit kan lopen.
Periodiek controleren dat er geen
verlies ontstaat uit de garnering van het
deksel van de carter.
Rijd niet met het voertuig als er niet
genoeg olie in het carter zit of als er
verkeerde of slechte olie in zit. De
bewegende delen slijten hierdoor
sneller, wat onherroepelijke schade kan
veroorzaken.
Verwijder vanaf de linkerkant de kap zie
p a g . 5 3
( V E R W I J D E R E N
ZIJBESCHERMKAPPEN).
Draai vanaf de rechterkant de vuldop (4)
los en verwijder deze.
Giet er een kleine hoeveelheid olie in en
wacht ongeveer een minuut totdat de
olie gelijkmatig in de carter is gestroomd.
Controleer met het oog vanaf de
rechterkant of de olie tot de binnenste
rand van het gat (2) komt.
Herhaal als dit niet het geval is het
bijvullen in kleine hoeveelheden en het
controleren via het gat (2), totdat het
voorgeschreven niveau bereikt is.
Draai aan het einde van de handeling de
vuldop (3) vanaf de rechterkant terug.
GEVAAR
gebruik en onderhoud RS 50
V A N
49