Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruiksomgeving
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
•
M
•
•
•
•
MR
•
•
Gebruikers van het werkstation dienen voor gebruik alle aanwijzingen in deze handleiding te lezen.
De gebruiker van het werkstation dient te controleren of de opstartprocedure correct wordt uitgevoerd
en klaar is voor gebruik voordat een pomp wordt gestart. Zie 'Bediening van het werkstation' voor
meer informatie. Stel het werkstation buiten bedrijf en laat deze controleren door een bevoegd
onderhoudstechnicus als de opstartprocedure niet correct wordt uitgevoerd.
Het werkstation is geschikt voor alle zorginstellingen, met inbegrip van die welke direct zijn aangesloten op
het openbare laagspanningsnetwerk. Het werkstation is bedoeld voor gebruik in een ziekenhuis, niet in een
ambulance of bij thuiszorg.
Bij het installeren van een werkstation dient een inschatting te worden gemaakt van de mogelijke gevaren
die verband houden met het geleiden van elektrische snoeren en infuuslijnen. Waar van toepassing dienen
aanpassingen te worden gemaakt.
Het werkstation kan alleen worden gebruikt in combinatie met compatibele CareFusion-producten,
accessoires, infuuszakken en disposables.
Bij gebruik van het werkstation wordt er een medisch-elektrisch systeem gecreëerd, waarvan de
bedieningsgrenzen worden beïnvloed door de bevestigde pompen. Bijvoorbeeld: de maximum
temperatuur voor het werkstation is 40 °C, maar kan voor bepaalde pompen lager zijn. Let erop dat alle
aangesloten pompen compatibel zijn met de beoogde omgeving.
Bij gebruik voor patiëntbehandeling dient iedere patiënt een apart werkstation toegewezen te krijgen.
Het werkstation ondersteunt geen antivirussoftware. Het ziekenhuis moet ervoor zorgen dat het netwerk
beveiligd is.
Speciale instructies voor isolatieruimte:
– Gebruik in combinatie met de verpleegkundigenoproepfunctie om alarmen zichtbaar te maken van
buiten de ruimte
– Gebruik geen Alaris GW volumetrische pompen; deze zijn niet volledig compatibel met de
verpleegkundigenoproep op het werkstation.
Dit werkstation is beschermd tegen externe invloeden, waaronder krachtige radiofrequente straling,
magnetische velden en elektrostatische ontlading (zoals van elektrochirurgische- en cauterisatie-
apparatuur, grote motoren, draagbare radio's, mobiele telefoons, etc.) en voldoet aan IEC/EN60601-1-2.
Het werkstation is een CISPR II Groep 1 Klasse A-apparaat. Wanneer Alaris-infuuspompen worden bevestigd
en gebruikt, is het systeem een CISPR II Groep 1 Klasse A-systeem.
Dit werkstation is een CISPR II Groep 1 Klasse A-apparaat en gebruikt uitsluitend radiofrequente energie
voor het intern functioneren in de normale productomgeving. Derhalve zijn de radiofrequente emissies
zeer laag en is het onwaarschijnlijk dat deze interferentie veroorzaakt met de elektronische apparatuur
in de nabijheid. Dit werkstation zendt echter een bepaald niveau elektromagnetische straling uit dat
binnen de door IEC/EN60601-2-24 en IEC/EN60601-1-2 gespecificeerde normen ligt. Bij interactie tussen
het werkstation en andere apparatuur moeten maatregelen worden genomen om de gevolgen tot een
minimum te beperken, bijvoorbeeld door het werkstation te verplaatsen.
Therapeutische stralingsapparatuur: Gebruik het werkstation niet in de buurt van therapeutische
stralingsapparatuur van welke aard dan ook. Straling die door apparatuur voor stralingstherapie, zoals een
lineaire versneller, wordt gegenereerd, kan de werking van het werkstation ernstig beïnvloeden. Raadpleeg
de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de veilige afstand en andere voorzorgsmaatregelen.
Neem voor meer informatie contact op met uw lokale CareFusion-vertegenwoordiger.
Magnetic Resonance Imaging (MRI): Het werkstation bevat ferromagnetische materialen die vatbaar
zijn voor de storingen van het magneetveld dat wordt gegenereerd door een MRI-apparaat. Daarom
wordt het werkstation beschouwd als niet-MRI-compatibel. Als het gebruik van het werkstation binnen
een MRI-omgeving onvermijdelijk is, adviseert CareFusion dringend het werkstation te installeren op een
veilige afstand van het magneetveld buiten het geïdentificeerde 'Gebied voor gecontroleerde toegang' ,
om magnetische interferentie bij het werkstation of vervorming van het MRI-beeld te voorkomen. Deze
veilige afstand moet worden vastgesteld conform de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking
tot elektromagnetische interferentie (EMI). Raadpleeg de technische onderhoudshandleiding van het
product (TSM) voor meer informatie. U kunt ook contact opnemen met uw lokale vertegenwoordiger van
CareFusion voor verdere richtlijnen.
Accessoires: Gebruik geen accessoires die niet worden aanbevolen bij het werkstation. Het werkstation is
getest en uitsluitend overeenkomstig de relevante EMC-claims bevonden als de aanbevolen accessoires
worden gebruikt. Het gebruik van andere dan door CareFusion gespecificeerde accessoires, omvormers of
kabels kan leiden tot verhoogde emissies of verminderde immuniteit van het werkstation.
In sommige omstandigheden kan het werkstation gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading via de lucht
bij niveaus boven 15 kV of radiofrequente straling boven 10 V/m. Als het werkstation gevoelig is voor deze
externe interferentie, blijft het in de veilige modus en wordt de gebruiker gewaarschuwd door middel van
een combinatie van visuele- en geluidssignalen. Wanneer een ontstane alarmtoestand ook na interventie
door de gebruiker blijft voortduren, wordt aangeraden het betreffende werkstation te vervangen en apart
te houden voor controle door bevoegd technisch personeel.
1000DF00732 uitgave 1
Alaris™ Gateway-werkstation v1.5
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
14/26