Installatie
Het is belangrijk dat u de onderstaande instructies en aanwijzin-
gen goed doorleest en opvolgt. Voer de installatie en aansluiting
uit volgens de afzonderlijke installatiehandleiding.
Veiligheidsinstructies
Aansluitingen op elektriciteit, water en afvoer moeten door
een erkende vakman worden uitgevoerd.
Volg altijd de geldende voorschriften op voor water, afvoer
en elektriciteit.
Wees voorzichtig tijdens de installatie! Draag beschermende
handschoenen! Er moeten altijd twee mensen zijn!
Plaats een waterdichte beschermende schaal op de vloer
onder de vaatwasser om schade door waterlekkage te voor-
komen.
Voordat u de vaatwasser op zijn plaats schroeft, dient u deze
te testen door het Afspoelen programma te draaien. Controleer
of de vaatwasser zich met water vult en dit weer afvoert.
Controleer ook of er geen aansluitingen lekken.
WAARSCHUWING!
Draai de watertoevoer dicht waneer u bezig bent met de instal-
latie van de vaatwasser!
WAARSCHUWING!
Bij werkzaamheden moet de stekker uit het stopcontact worden
getrokken of moet de stroom worden uitgeschakeld!
Instellingen
De afmetingen van de uitsparing en aansluitingen vindt u in
de separate installatiehandleiding. Controleer of alle afmetin-
gen kloppen voordat u met installeren begint. Let op dat de
hoogte van het front aangepast kan worden aan andere uit-
rusting.
20
596
573
550
*Verwijder borgmoeren voor een installatiehoogte van 820-821 mm.
**Lengte deur.
1198
559
9
519
49
30
30-94
Zorg voor een stevige ondergrond waarop de vaatwasser
wordt geplaatst. Stel de voetjes af, zodat de vaatwasser wa-
terpas staat. Draai de borgmoeren vast.
Afvoeraansluiting
Zie de afzonderlijke installatiehandleiding voor de benodigde
gegevens.
De vaatwasser is geschikt voor installatie in een verhoogde uit-
sparing (ten behoeve van een ergonomische werkhoogte). Dit
betekent dat de vaatwasser dusdanig geplaatst kan worden,
zodat de afvoerslang naar een lager niveau loopt dan de onder-
kant van de vaatwasser, bijvoorbeeld door deze direct naar een
afvoerput te leiden. De vaatwasser is uitgerust met een ingebouw-
de terugloopbeveiliging die voorkomt dat de machine tijdens de
wascyclus zonder water komt te zitten.
De afvoerslang kan ook worden aangesloten op een aansluitnip-
pel op de sifon van de gootsteen. Deze aansluitnippel moet een
inwendige diameter hebben van minimaal 14 mm.
De afvoerslang mag worden uitgeschoven tot maximaal 3 m (de
totale lengte van de afvoerslang mag niet meer zijn dan 4,5 m).
Eventuele koppelingen en aansluitbuizen moeten een binnendia-
meter hebben van minimaal 14 mm. Idealiter moet de afvoerslang
echter worden vervangen door een nieuwe slang zonder koppe-
lingen.
Geen enkel onderdeel van de afvoerslang mag meer dan 950
mm boven de onderkant van de vaatwasser uitkomen.
Zorg ervoor dat de afvoerkabel niet geknikt is.
Aansluiting op watertoevoer
Gebruik uitsluitend de bij de vaatwasser geleverde toevoerslang.
Gebruik geen oude slangen of andere reservetoevoerslangen.
De toevoerleiding moet worden voorzien van een afsluitkraan.
De afsluitkraan moet goed toegankelijk zijn, zodat het water kan
worden afgesloten als de vaatwasser verplaatst moet worden.
[mm]