5. Instellen branderopening of diafragma
De DFMA toestellen zijn uitgerust met een
diafragma, voorzien van regelbare kleppen.
De kleppenstand wordt, in functie van het
gevraagde luchtdebiet, ingesteld in de fabriek.
Indien achteraf een wijziging van het luchtdebiet
noodzakelijk blijkt is een herinstelling van de
kleppen
noodzakelijk
werkingsvoorwaarden
verminderen van de ruimte tussen de kleppen
verhoogt de snelheid, het vergroten van de
ruimte tussen de kleppen verlaagt de snelheid).
Belangrijk :
De luchtstroomsnelheid bij 15°C
mbar dient ± 15m/s te bedragen.
Verzegel de nieuw ingevoerde instelwaarde en
noteer
deze
wijziging
testformulier.
6. Ontsteking
- Vergewis U ervan dat de schoepen van de
uitblaasroosters & ventilatie-openingen volledig
geopend zijn.
- Zorg er voor dat eventueel gemonteerde
kleppen in het luchtkanaalsysteem geopend
zijn.
- Open de hoofdgaskraan.
- Schakel de elektrische spanning in
- plaats de stuurapparaten op stand 'aan'
P.S. : enkel bij werking van de luchtventilator
zal de brander ontsteken.
- Als de signaallamp op de afstandsbediening
brandt, knop naar stand 'reset' draaien en
loslaten.
- De brander zal nu binnen 2 min. automatisch
ontsteken.
- Voor een nieuwe installatie kunnen tot 3 ont-
steekcycli noodzakelijk zijn, als er zich nog
lucht in de gasleiding bevindt. Indien het toe-
stel niet ontsteekt, zie dan hoofdstuk 11
'Storingen'.
7. Werking (zie fig. 8)
1. Door het schakelen van externe regelappara-
tuur wordt een elektrisch circuit tot stand
gebracht en de luchtventilator zal starten.
2. Bij het bereiken van het vereiste luchtdebiet
bekomen we in eerste fase het afzonderlijk
starten van de luchtventilator.
deze voorspoeltijd wordt er gecontroleerd of
er een goede luchtstroom doorheen de
brander en het kanaalsysteem aanwezig is.
3. Een ontsteekelektrode gestuurd door de
branderautomaat vonkt en ontsteekt de
aansteekbrander. Bij voldoende warmtevraag
zal deze ook de hoofdbrander ontsteken. Het
branderrelais controleert d.m.v. een ionisatie-
elektrode
de
hoofdbrander en de aansteekbrander.
teneinde
dezelfde
te
behouden
& 1013,25
op
het
ingesloten
Gedurende
goede
werking
van
4. Indien de brander niet ontsteekt na het openen
van
de
vlamrelais uitschakelen en het toestel gaat in
veiligheid.
De signaallamp op het toestel en/of op het
afstandsbedieningspaneel zal branden.
ongeveer 10 seconden kan de reset-knop worden
ingedrukt om het toestel opnieuw te kunnen
(het
starten.
5. Vlambeveiliging vindt plaats d.m.v. het principe
van ionisatie. Een correcte vlam zorgt voor een
elektrische stroom tussen de ontsteker en de
brander. Om te meten of deze ionisatie-stroom
voldoende
ampèremeter tussen de vlamvoeler en de
elektrische aansluitkabel aan te sluiten. De
ionisatiestroom moet overeenstemmen met de
waarde vermeld in het testrapport (en bedraagt
± 5µA).
6. Bij onvoldoende luchttoevoer (veroorzaak door
e.g. : vervuilde filters, defecte ventilator) wordt
de brander d.m.v. de veiligheidsthermostaat
uitgeschakeld en gaat de brander in veiligheid.
Afhankelijk van de regelapparatuur kan het
gebeuren dat een ontgrendeling van de brander
vereist is om het toestel opnieuw te laten
starten.
7. Als de brander om een of andere reden dooft
tijdens bedrijf, zal er automatisch een nieuwe
ontsteekcyclus volgen. Het kan gebeuren dat een
manuele reset noodzakelijk is om het toestel
opnieuw in bedrijf te stellen.
8. Ingeval er om enigerlei reden oververhitting zou
plaatsvinden, zal de veiligheidsthermostaat in
werking treden en wordt de brander uit-
geschakeld en vergrendeld.
9. Om het toestel voor een korte periode uit te
schakelen, dienen alleen de regelorganen op een
lager niveau (of stand UIT) te worden ingesteld.
Om de verwarming opnieuw te starten, de
regelorganen hoger instellen (of stand AAN).
Voor een langere stilstandsperiode, plaats de
regelorganen op de laagste stand (of stand UIT),
draai de gaskraan dicht en schakel de elektrische
voeding uit. Om het toestel opnieuw te starten,
volg de instructies voor het ontsteken.
Het gas en de elektriciteit mogen alleen afge-
sloten worden in noodgeval of voor langere
stilstandsperiodes.
de
gaskleppen,
zal
het
is
dient
men
een
elektronisch
Na
DC
micro-
15