Deze instructies gelden enkel indien het toestel als ventilatie- en verwarmingsapparaat wordt gebruikt.
WERKING
Onder de warmtewisselaar wordt gas verbrand d.m.v.
een gas-luchtgemengde brander. De verbranding van het
gas vindt direct plaats in de luchtstroom.
De gasbrander wordt gestuurd door een dubbele gasklep
via een elektronische branderautomaat die wordt
aangestuurd door een externe sturing, b.v.
ruimtethermostaat en/of tijdklok. De werking van het
toestel is volledig automatisch met behulp van een
externe sturing. Een ontstekingselektrode zorgt ervoor
dat de brander wordt ontstoken. Doch, bij het niet
bereiken van het vereiste luchtdebiet of het niet werken
van de luchttransportventilator zal de brander niet in
werking treden.
De luchttransportventilator verzekert trouwens ook de
toevoer van verbrandingslucht naar de brander.
VEILIGHEID
1. Het eventueel ontbreken van de vlam wordt
gedetecteerd door de branderautomaat, waarna
onmiddellijk de gaskleppen gesloten worden.
2. Oververhitting wordt voorkomen door ingebouwde
thermostaten. In geval van oververhitting,
veroorzaakt door bijvoorbeeld vervuilde filters,
schakelen deze thermostaten in. Een manuele reset
is achteraf noodzakelijk, evenals eventueel van de
branderautomaat.
3. Indien zich hierbij problemen zouden voordoen,
aarzel dan niet uw installateur of distributeur te
raadplegen.
IN BEDRIJF STELLEN VAN DE LUCHTVERWARMER:
1. Open de gastoevoerkraan.
2. Schakel de elektrische voeding in.
3. Controleer of de eventuele tijdschakelaar op 'AAN'
staat.
4. Stel de ruimtethermostaat in op de gewenste
temperatuur.
5. De luchtverwarmer zal automatisch inschakelen bij
warmtevraag van de thermostaat.
6. Indien het toestel niet ontsteekt:
a) Als het lampje op de afstandsbediening brandt,
de schakelaar naar stand 'reset' draaien en loslaten.
b) Controleer of er geen reset nodig is van de
veiligheidsthermostaat.
7. Indien reset van de veiligheidsthermostaat nodig
was en het toestel werkt weer, wacht dan even om
te controleren dat deze niet weer uitschakelt. In dat
geval en wanneer de omgevingstemperatuur lager
ligt dan de ingestelde temperatuur, uw installateur
of distributeur raadplegen.
13. GEBRUIKERSINSTRUCTIES
LUCHTCIRCULATIE
De toegevoerde verse buitenlucht wordt doorheen het
toestel gestuwd en slorpt de warmte, geproduceerd
door directe gasverbranding in de luchtstroom, op.
Vervolgens wordt deze lucht onmiddellijk in de te
verwarmen ruimte geblazen.
ONDERHOUD:
1. Onderhoud en service mogen alleen door
gekwalificeerde personen worden uitgevoerd (b.v.
installateur).
2. Het is in uw belang dat onderhoud en service op
geregelde tijdstippen gebeuren. De tijd tussen twee
servicebeurten is afhankelijk van het gebruik en de
omgeving waarin het toestel is geïnstalleerd, maar
een minimum van één onderhoudsbeurt per jaar
wordt aanbevolen.
3. Ingeval er enigerlei schade aan het toestel is, moet
het buiten werking worden gesteld en een
gekwalificeerd technicus moet gewaarschuwd
worden voor controle en reparatie.
4. Bij problemen gelieve uw distributeur of installateur
te waarschuwen.
Belangrijk :
De Reznor DFMA directe gasgestookte verwarmings- en
ventilatietoestellen zijn ontworpen om, in ruimtes waar
afzuiging noodzakelijk is, verse buitenlucht toe te voeren
en vervolgens te verwarmen.
Het is strikt noodzakelijk te verzekeren dat de werking
van de afzuiginstallatie synchroon verloopt met de
werking van het DFMA-toestel.
Het is daarom van het allergrootste belang om de
mensen die tewerkgesteld zijn in de betreffende ruimte
op de hoogte te brengen van de werkingsvoorwaarden
van een DFMA-toestel.
Wijs er tevens op dat ventilatie-openingen onder geen
enkel beding mogen gehinderd worden door enig
obstakel.
Filters moeten onderworpen worden aan een
regelmatige controle om de goede werking van de
brander niet in het gedrang te brengen.
Het opstellen en respecteren van een onderhouds-
schema wordt sterk aanbevolen.
23