Probleem
Beelden zijn vlekkerig.
Kleuren zijn onnatuurlijk.
Willekeurig verspreide pixels
("ruis") worden in het beeld
weergegeven.
Willekeurig verspreide
heldere pixels ("ruis") worden
in films weergegeven.
Beelden zijn te donker
(onderbelicht).
Beelden zijn te helder
(overbelicht).
Onverwachte resultaten
wanneer de flitser is
ingesteld op V (Autom.
met rode-ogenred.).
Huidtinten worden niet
verzacht.
Het opslaan van beelden
neemt enige tijd in beslag.
Oorzaak/Oplossing
Objectief is vuil. Reinig het objectief.
Witbalansinstelling komt niet overeen met lichtbron. 37, 43, E24
Sluitertijd is te lang of ISO-waarde is hoog want het
onderwerp is donker. U kunt ruis op de volgende
manieren verminderen:
• Flitser gebruiken.
• Een lagere ISO-waarde instellen.
Wanneer u films opneemt met weinig licht, kan
het beeld enigszins "korrelig" lijken. Dit komt voor
wanneer de ISO-gevoeligheid verhoogt en wijst
niet op een storing.
• De flitsstand is ingesteld op W (Uit).
• Flitsvenster is afgedekt.
• Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik.
• Pas belichtingscorrectie aan.
• Verhoog de ISO-waarde.
• Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht.
Selecteer de onderwerpstand Tegenlicht of stel
de instelling voor de flitsstand in op X (Invulflits).
Pas belichtingscorrectie aan.
Bij het nemen van beelden met V (Autom. met
rode-ogenred.) of invulflits met trage
synchronisatie en rode-ogenreductie in de
onderwerpstand Nachtportret, is het mogelijk dat
de Rode-ogenreductie van de camera ten onrechte
ook wordt toegepast op delen van het beeld zonder
rode ogen. Gebruik een andere onderwerpstand
dan Nachtportret en wijzig de flitsstand naar een
andere instelling dan V (Autom. met rode-
ogenred.) en probeer nogmaals.
• In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
• Gebruik e (Huid verzachten) voor Glamour-
retouchering in het weergavemenu voor
beelden met meer dan drie gezichten.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de
volgende situaties.
• Wanneer de functie Ruisonderdrukking in
gebruik is.
• Wanneer de flitsstand is ingesteld op
V (Autom. met rode-ogenred.).
• Wanneer de functie Huid verzachten wordt
toegepast tijdens de opname.
Problemen oplossen
A
F6
53
37, E28
–
54
26
53
57
37, E28
44, 54
57
41, 54
66, E34
66, E13
–
54
40, 41, 66,
E34
F11