Het inlaatdrinkwater moet een druk hebben
tussen 50 kPa (0,5 bar) en 200 kPa (2 bar).
Als de inlaatwaterdruk hoger is dan 200
kPa (2 bar), moet een drukregelaar
worden geïnstalleerd.
Aansluiting op het lichtnet
•
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
•
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met
een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige
aansluiting.
•
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
NL
14 / 30
Installatie en bediening
Afb. 2
A120821