Opmerking: De Diagnostische ACE kan
ook ontdekken welke solenoïdes of relais van
de outputs zijn ingeschakeld. Dit is een snelle
manier om vast stellen of het om een storing in
het elektrische of het hydraulische systeem van de
machine gaat.
Controle van de outputfunctie
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
2. Open de kap van het bedieningspaneel.
3. Ga naar de connector van de kabelboom en de
kringloopstekker.
4. Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de
connector van de kabelboom.
5. Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE
aan de connector van de kabelboom.
Opmerking: Controleer of de juiste
overlay-sticker op de Diagnostische ACE is
geplaatst.
6. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start
de motor niet.
Opmerking: De rode tekst op de
overlay-sticker heeft betrekking op de
inputschakelaars en de groene tekst op de
outputs.
7. De LED "outputs getoond" op de kolom
rechtsonder op de Diagnostische ACE moet
oplichten. Als de LED "inputs getoond"
oplicht, moet u de tuimelschakelaar op de
Diagnostische ACE indrukken om de LED
"outputs getoond" te laten oplichten.
Opmerking: Het kan noodzakelijk zijn de
LEDs "inputs getoond" en "outputs getoond"
enige malen beurtelings te laten oplichten
om de volgende stap uit te voeren. Om de
LED's beurtelings te laten oplichten, drukt u
de tuimelschakelaar nog een keer in. Dit kunt
u zo vaak doen als nodig is. Houd de knop niet
ingedrukt.
8. Neem plaats op de stoel en probeer de
gewenste functie van de machine. (als u
hulp nodig hebt bij het controleren van de
juiste input-instellingen voor iedere functie,
raadpleeg dan Figuur 40). Als de juiste
output-LED gaan branden, duidt dit erop dat
de ECU die functie inschakelt. (raadpleeg de
logische tabel (Figuur 40) om zeker te zijn van
de gespecificeerde output-LEDs).
Opmerking: Als een output-LED knippert,
betekent dit dat er elektrische problemen met
die OUTPUT zijn U moet defecte elektrische
onderdelen onmiddellijk repareren of vervangen.
Om een knipperende LED terug te stellen, draait
u het contactsleuteltje op UIT en daarna weer op
AAN.
Als er geen output-LEDs knipperen, maar de juiste
output-LEDs niet branden, moet u controleren
of de vereiste inputschakelaars in de stand zijn
gezet die nodig is om deze functie in te schakelen.
Controleer of de schakelaar correct functioneert
Als de output-LEDs branden zoals is
gespecificeerd, maar de machine niet naar behoren
werkt, duidt dit op een defect dat niet van
elektrische aard is. Indien nodig repareren.
Opmerking: Als gevolg van een belemmering
in het elektrische systeem kan het voorkonen
dat de output-LEDs voor "START",
"VOORGLOEIEN" en "ETR/ALT" niet gaan
knipperen zelfs als deze functies te kampen hebben
met elektrische problemen. Als de storing van de
machine verband houdt met een van deze functies,
moet u het elektrische circuit doormeten met een
spannings-/weerstandsmeter om te controleren
of deze functies niet te kampen hebben met
elektrische problemen.
Als een outputschakelaar in de juiste stand staat en
naar behoren functioneert, maar de output-LED's
niet correct branden, duidt dit op een probleem in
de ECU. In dit geval dient u contact op te nemen
met uw Toro dealer voor hulp.
Belangrijk: Het display van de
Diagnostische ACE mag niet aangesloten
blijven op de machine. Het display is niet
bestand tegen de omstandigheden waarin de
machine elke dag wordt gebruikt. Als u de
Diagnostische ACE niet meer nodig heeft,
moet u deze losmaken van de machine en
de kringloopstekker weer bevestigen aan de
stekker van de kabelboom. De machine zal
niet werken als de kringloopstekker niet op de
kabelboom zit. Bewaar de Diagnostische ACE
op een droge veilige plek in de werkplaats,
niet op de machine.
38