Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud En Opslag - Toro Reelmaster 3550 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 3550:
Inhoudsopgave

Advertenties

Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
Alle werktuigkoppelingen uitschakelen, versnelling in de
neutraalstand zetten en de parkeerrem in werking stellen
voordat u de motor start. De motor mag uitsluitend
worden gestart als de bestuurder op de stoel zit. Verwijder
nooit de rolbeugel en draag altijd de veiligheidsgordel
tijdens het gebruik.
Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende
onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening.
Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden
op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere
zorgvuldigheid. Houd u aan het volgende om te
voorkomen dat de machine kantelt:
– Niet plotseling stoppen of gaan rijden bij het op- en
afrijden van hellingen.
– Houd de snelheid laag op hellingen en in scherpe
bochten.
– Let op bulten en kuilen en andere verborgen gevaren.
– Maai nooit dwars over een helling, tenzij de
maaimachine speciaal daarvoor is bedoeld.
Let op kuilen in het terrein en andere verborgen gevaren.
Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of
deze oversteekt.
Zet de maaimessen stil voordat u andere oppervlakken
dan grasvelden oversteekt.
Bij gebruik van werktuigen nooit de afvoeropening naar
omstanders toe richten of personen in de buurt van de
werkende machine laten komen.
Gebruik de machine nooit als schermen, afdekplaten
of andere beveiligingsmiddelen zijn beschadigd of
ontbreken. Zorg ervoor dat alle interlockschakelaars
zijn aangebracht, correct zijn afgesteld en naar behoren
werken.
Verander de instellingen van de motor niet en voorkom
overbelasting van de motor. De motor met te hoog
toerental laten draaien kan de kans op lichamelijk letsel
vergroten.
Doe het volgende voordat u de bestuurderspositie verlaat:
– Stop de machine op een horizontaal oppervlak.
– Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen zakken.
– Zet de versnelling in de neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit, zet de
motor af en haal het sleuteltje uit het contact:
– Voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de
bestuurderspositie kan worden ingesteld.
– Voordat u verstoppingen verwijdert
– Voordat u de maaimachine gaat controleren,
schoonmaken of werkzaamheden daaraan gaat
verrichten
– Als u een vreemd voorwerp heeft geraakt of
de machine abnormaal begint te trillen (direct
controleren). Controleer de maaidekken op
beschadigingen en voer alle benodigde reparaties uit
voordat u deze weer gebruikt.
Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit bij transport
of als de machine niet in gebruik is.
Zet de motor af en schakel de aandrijving naar de
werktuigen uit voordat u het volgende doet:
– Brandstof bijvullen
– Voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de
bestuurderspositie kan worden ingesteld
Zet de gashendel terug voordat u de motor afzet. Als de
machine met een brandstofafsluitklep is uitgerust, draai
deze dan dicht als het maaiwerk voltooid is.
U mag de maaidekken nooit omhoog brengen als de
messenkooien draaien.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
maaidekken.
Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er
zeker van te zijn dat de weg vrij is.
Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een
bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt.
Gebruik de maaimachine niet als u onder de invloed van
alcohol of drugs bent.
Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als u
bliksem ziet of donder hoort in het gebied, gebruik de
machine dan niet; ga schuilen.
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
De bestuurder moet de eventueel bijgeleverde
waarschuwingslichten laten knipperen als hij op de
openbare weg rijdt, tenzij dit wettelijk is verboden.

Onderhoud en opslag

Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak
aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is.
Als er zich brandstof in de tank bevindt, mag u de
machine niet opslaan in een afgesloten ruimte waar
brandstofdampen in contact met open vuur of vonken
kunnen komen.
Laat de motor afkoelen voordat u de maaimachine in een
afgesloten ruimte stalt.
Houd de motor, geluiddemper/knalpot, accubehuizing,
brandstofopslagplaats, maaidekken en aandrijvingen vrij
van overtollig vet, gras en bladeren om brandgevaar te
verminderen. Neem gemorste olie of brandstof meteen
op.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog
op een veilig gebruik.
Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit
dan buiten.
Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat,
moet u de maaidekken neerlaten, tenzij u een betrouwbare
mechanische vergrendeling gebruikt.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

03910

Inhoudsopgave