Hendel voor de laderarm/werktuig-
kanteling
•
Om het werktuig naar voren te kantelen, beweegt
u de hendel langzaam naar rechts
•
Om het werktuig naar achteren te kantelen,
beweegt u de hendel langzaam naar links
11).
•
Om de armen omlaag te brengen, beweegt u de
hendel langzaam naar voren
•
Om de armen omhoog te brengen, beweegt u de
hendel langzaam naar achteren
•
Om de armen omlaag te brengen naar de
zweefstand, beweegt u de hendel volledig naar
voren
(Figuur
11).
Opmerking:
Hiermee kunnen werktuigen zoals
de nivelleerschuif en het hydraulische blad de
contouren van de grond volgen (bijvoorbeeld
zweven of schuiven).
Figuur 11
1. Zweefstand
2. Laat de armen van de
lader neer.
3. Hef de armen van de lader
op.
Door de hendel naar een tussenliggende stand
(bijvoorbeeld naar voren en naar links) te bewegen,
kunt u tegelijkertijd de armen van de lader bewegen
en het werktuig kantelen.
(Figuur
11).
(Figuur
(Figuur
11).
(Figuur
11).
g029293
4. Werktuig naar achteren
kantelen.
5. Werktuig naar voren
kantelen.
Vergrendeling lader
Met deze vergrendeling kunt u de hendel voor de
laderarm/werktuigkanteling zo vergrendelen dat deze
niet naar voren kan bewegen. Dit voorkomt dat
iemand per ongeluk de armen van de lader neerlaat
tijdens onderhoudswerkzaamheden. U dient de
armen van de lader te vergrendelen telkens wanneer
u de machine tot stilstand brengt terwijl de armen zijn
opgetild.
Om de vergrendeling aan te brengen, brengt u
de vergrendeling omhoog uit de opening in het
bedieningspaneel en draait u de vergrendeling naar
links, voor de hendel van de laderarm, en duwt u
de vergrendeling omlaag in de vergrendelde stand
(Figuur
12).
1. Hendel voor lader-
arm/werktuigkanteling
Referentiebalk van bediening van
lader
De referentiebalk van de bediening van de lader
helpt uw hand stabiliseren terwijl u de hendel voor de
laderarm/werktuigkanteling bedient
16
Figuur 12
2. Vergrendeling lader
(Figuur
4).
g029981