Waypoint-ID's configureren
1. Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie > NMeA 0183-instelling > Waypoint ID's.
2. Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Selecteer Namen als u tijdens de navigatie de waypoint-namen via NMEA 0183 wilt overzetten.
• Selecteer Cijfers als u tijdens de navigatie de waypoint-cijfers wilt overzetten. Deze optie kan
compatibiliteitsproblemen met oudere NMEA 0183-stuurautomaten verhelpen.
Diagnostische informatie van de NMEA 0183 bekijken
Met het diagnosescherm van NMEA 0183 kunnen problemen worden opgelost. Hiermee kan bij het installeren worden
gecontroleerd of de NMEA 0183-gegevens via het systeem worden verzonden.
Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie > NMeA 0183-instelling > Diagnose.
NMEA 2000
Kaartplotters uit de GPSMAP 700-serie zijn NMEA 2000-gecertificeerd en kunnen gegevens ontvangen via een NMEA
2000-netwerk dat in de boot is geïnstalleerd. Deze gegevens, zoals diepte, snelheid, watertemperatuur, windsnelheid,
windrichting en motorgegevens, worden op het informatiescherm weergegeven.
U kunt uw motoren en tanks een naam geven zodat u de locaties van motoren en tanks op de boot beter kunt bepalen.
Zie de Installatie-instructies voor de GPSMAP 700-serie voor het aansluiten van een kaartplotter uit de GPSMAP
700-serie op een bestaand NMEA 2000-netwerk en voor een lijst met ondersteunde NMEA 2000 PGN-nummers.
Een lijst met NMEA 2000-netwerktoestellen weergeven
U kunt zien welke toestellen verbinding met het NMEA 2000-netwerk hebben.
1. Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie > NMeA 2000-instelling > Toestellenlijst.
2. Selecteer een toestel voor een lijst met opties.
Motoren labellen met cijfers
Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie > NMeA 2000-instelling > Toestellen labelen > Wijzig
M-niveau > Cijfers gebruiken.
Motoren labellen met een naam
1. Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie > NMeA 2000-instelling > Toestellen labelen > Wijzig
M-niveau > Kies namen.
2. Selecteer de motor die u een naam wilt geven.
3. Selecteer de locatie van de motor: Bakboord (B), Midden (M), Stuurboord (S), Voorsch. (V) of Achter. (A).
4. Selecteer het label dat u wilt gebruiken voor de motor.
Tanks labellen met cijfers
1. Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie > NMeA 2000-instelling > Toestellen labelen > Wijzig
T-labels.
2. Selecteer het type tank dat u wilt verwijderen.
3. Selecteer Cijfers gebruiken.
Tanks labellen met een naam
1. Selecteer in het startscherm Configureer > Communicatie > NMeA 2000-instelling > Toestellen labelen > Wijzig
T-labels.
2. Selecteer het type tank dat u wilt verwijderen.
3. Selecteer Kies namen.
4. Selecteer een tank.
5. Selecteer de locatie van de tank: Bakboord (B), Midden (M), Stuurboord (S), Voorsch. (V) of Achter. (A).
6. Selecteer het label dat u wilt gebruiken voor de tank.
GPSMAP 700-serie - gebruikershandleiding
Appendix
87