Standpijpen
VEGAFLEX 86 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART
Fig. 9: Positie van de centreerster resp. het centreergewicht
1
Staafmeetsonde met centreerster (staal)
2
Kabelmeetsonde met centreergewicht
h
Meetbaar pijpgebied
Opmerking:
In producten, die neigen tot sterke afzettingen, is de meting in een
standpijp niet zinvol. Bij lichte afzettingen moet u een bypass met
grotere diameter kiezen.
Instructies meting:
•
Het 100%-punt mag bij bypasses onder de bovenste verbinding
met de tank liggen.
•
Het 0%-punt mag bij bypasses boven de onderste verbinding met
de tank liggen.
•
Een stoorsignaalonderdrukking bij ingebouwde sensor verdient
over het algemeen aanbeveling, om de grootst mogelijke nauw-
keurigheid te bereiken.
Standpijpen of dippijpen zijn in de regel metalen buizen met een
diameter van 30...200 mm. Tot een diameter van 80 mm komt een
dergelijke buis meettechnisch overeen met een coaxmeetsonde.
Daarbij is het niet van belang, of de standpijp voor een betere men-
ging gesleufd of geperforeerd is.
De meetsonden kunnen in standpijpen tot DN 200 worden gemon-
teerd.
1
4 Monteren
2
21