Het menu [A Opnemen] instellen
U stelt de belangrijkste opnamefuncties in door elke functie te kiezen in
het menu [A Opnemen]. Raadpleeg voor het wijzigen van de
instellingen de uitleg bij de verschillende functies.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer een item en wijzig de instelling ervan met de
vierwegbesturing (23).
3
Druk op de knop 3 nadat u de instelling hebt
gewijzigd.
Het scherm van de stand A wordt weergegeven. De instelling wordt
opgeslagen en de camera gaat terug naar de opnamestand.
Het AF-veld instellen
U kunt het autofocusveld wijzigen (AF-veld).
J Meervoudig
Spotmeting
K
Automatisch
W
meevolgende AF
1
Selecteer [AF-veld] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig met de vierwegbesturing (23) de instelling van
het AF-veld.
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
In de standen 9 (Groen), b (Autom. opname) en S (Vuurwerk) is het
AF-veld vast ingesteld op J.
Normaal autofocusveld
Het autofocusveld wordt kleiner.
Houdt bewegende objecten scherp.
3
77