Overige instellingen -
linearisatiecurve
Overige instellingen -
reset
VEGADIS 82 • 4 ... 20 mA/HART
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet
lineair toeneemt met het niveau - bijv. bij een liggende cilindrische
tank of een boltank - en weergave of het uitsturen van het volume is
gewenst. Voor deze tanks zijn overeenkomstige linearisatiecurven op-
geslagen. Deze staan voor de verhouding van het procentuele niveau
en het tankvolume.
Door het activeren van de passende curve wordt het procentuele
tankvolume correct weergegeven. Indien het volume niet in procen-
ten, maar bijvoorbeeld in liters of kilogrammen moet worden weerge-
geven, kan bovendien een schaalverdeling in het menupunt " display"
worden ingesteld.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op en ga met de [ESC]- en [->]-toets naar het volgende
menupunt.
Opgelet:
Bij toepassing van instrumenten met bijbehorende toelating als
onderdeel van een overvulbeveiliging conform WHG moet op het
volgende worden gelet:
Wanneer een linearisatiecurve wordt gekozen, dan is het meetsignaal
niet meer altijd lineair met het niveau. Hiermee moet de gebruiker
rekening houden, in het bijzonder bij de instelling van het schakelpunt
op de grenswaardesignalering.
Bij een reset worden bepaalde door de gebruiker uitgevoerde para-
meterinstellingen gereset.
De volgende resetfuncties staan ter beschikking:
Uitleveringstoestand: herstellen van de parameterinstellingen
naar het tijdstip van uitlevering af fabriek incl. de opdrachtspecifieke
instellingen. Een aangemaakte stoorsignaalonderdrukking, vrij gepro-
grammeerde linearisatiecurve en het meetwaardegeheugen gewist
worden.
Basisinstellingen: resetten van de parameterinstellingen incl.
speciale parameters naar de defaultwaarden van het betreffende
instrument. Een aangemaakte stoorsignaalonderdrukking, vrij gepro-
grammeerde linearisatiecurve en het meetwaardegeheugen worden
gewist.
Inbedrijfname: resetten van de parameterinstellingen in het menu-
punt inbedrijfname naar de defaultwaarden van het betreffende
instrument. Een aangemaakte stoorsignaalonderdrukking, vrij gepro-
grammeerde linearisatiecurve, meetwaardegeheugen en het event-
geheugen blijven behouden. Linearisatie wordt op lineair ingesteld.
41