Bosch Nefit 9000i AquaPower Plus HRC 30/CW6 Installatie-Instructie pagina 37
Verberg thumbnails
Zie ook voor Nefit 9000i AquaPower Plus HRC 30/CW6:
- Installatie-instructie (44 pagina's) ,
- Gebruikersinstructie (12 pagina's) ,
- Installatie- en onderhoudsinstructies (48 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Storings-
Storings-
Beschrijving
code
klasse
2 1 0
O
De rookgastemperatuursensor heeft een te hoge
temperatuur gemeten en staat geopend.
2 1 2
O
De aanvoer- of veiligheidstemperatuursensor meet een
te snelle temperatuurtoename.
2 1 4
V
De ventilator wordt gedurende de veiligheidstijd
uitgeschakeld.
2 1 5
V
Het ventilatortoerental is te hoog.
2 1 6
V
Het ventilatortoerental is te laag.
2 1 7
V
Het ventilatortoerental is onregelmatig tijdens het
opstarten.
2 1 8
V
De aanvoertemperatuursensor heeft een temperatuur
gemeten die hoger is dan 105 °C.
2 1 9
V
De veiligheidstemperatuursensor heeft een
temperatuur gemeten die hoger is dan 105 °C.
2 2 0
V
De contacten van de veiligheidstemperatuursensor zijn
kortgesloten of de veiligheidstemperatuursensor heeft
een temperatuur gemeten die hoger is dan 130 °C.
2 2 1
V
De contacten van de veiligheidstemperatuursensor zijn
onderbroken.
2 2 2
V
De contacten van de veiligheidstemperatuursensor zijn
kortgesloten.
2 2 4
B
Temperatuurbegrenzer warmtewisselaar of
V
rookgastemperatuurbegrenzer is geactiveerd.
2 2 7
B
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten na het
V
ontsteken van de brander.
Tabel 25 Bedrijfs- en storingsmeldingen
9000i AquaPower Plus • 6720876970 (2017/10)
Bedrijfs- en storingsmeldingen | 13
Verhelpen
• Controleer de werking van de rookgastemperatuursensor. Vervang het onderdeel
indien nodig.
• Controleer het cv-toestel op vervuiling. Voer eventueel onderhoud uit.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de betreffende tempera-
tuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
• Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
• Controleer de connectors van de branderautomaat.
• Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
• Controleer het rookgasafvoersysteem. Eventueel reinigen of repareren.
• Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
• Controleer de ventilator op vervuiling of blokkeren. Vervang het onderdeel indien
nodig.
• Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
• Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
• Controleer de connectors van de branderautomaat.
• Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de aanvoertemperatuur-
sensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de veiligheidstemperatuur-
sensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
• Controleer de ventilator op vervuiling of blokkeren. Vervang het onderdeel indien
nodig.
• Controleer de connectors van de sensor.
• Controleer de werking van het systeem door de sensor te vervangen.
Wanneer de blokkerende storing langere tijd blijft bestaan, wordt de blokkerende
storing een vergrendelende storing.
• Controleer de temperatuurbegrenzer van de warmtewisselaar en de aansluitkabel
op onderbreking. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Bij storing van de rookgastemperatuurbegrenzer verschijnt max. na 2 uur een
melding.
• Controleer de rookgastemperatuurbegrenzer en de aansluitkabel op onderbreking.
Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de cv-waterdruk van de cv-installatie.
• Schakel in het servicemenu onder INSTELLINGEN > SPEC. FUNCT. > ONTLUCH-
TINGSFUNCT. de ontluchting in en ontlucht het cv-toestel.
• Stel de pompcapaciteit of pompcurve correct in en op pas aan op maximaal
vermogen.
• Stel in het servicemenu onder FUNCTIETEST > TESTEN ACTIVEREN > POMP de
cv-pomp op continubedrijf in.
• Start de cv-pomp. Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de warmtewisselaar aan de waterzijde. Vervang het onderdeel indien no-
dig.
• Controleer het cv-toestel op vervuiling.
• Controleer de dynamische gasvoordruk.
• Controleer de gas-luchtverhouding.
• Controleer de connectors van de ontstekingsunit.
• Controleer de ontsteking en de ionisatiestroom.
• Controleer of de ontstekingsunit op beschadiging. Vervang het onderdeel indien
nodig.
37
Advertenties
Inhoudsopgave
