Het syphonpijpje van de manometerkraan en pressostaten i.v.m. vervuiling inwendig.
Dichtslibben)
De kranen van het peilglastoestel op soepel sluiten, openen en lekkage.
De kranen van de waterpeilregelaar op soepel sluiten, openen en lekkage.
De terugslagklep in de voedingwaterleiding.
De voedingpomp/magneetklep-sturing door de waterpeilregelaar.
Laagwateralarm met brandervergrendeling door de waterpeilregelaar.
Laagwateralarm met brandervergrendeling door de laagwaterelektrode.
Regeling van de brander d.m.v. de pressostaten.
5)
Indien de installatie is uitgerust met een systeem voor verwarmen tijdens stomen,
open dan de afsluiters van de verlaagde aanvoer/retour en breng het systeem in
werking volgens de instructie's van Uw verwarmings-installateur.
6)
Schakel de branderinstallatie in op stoomproductie.
DE BEDIENING VAN DE KETEL TIJDENS STOOMPRODUCTIE
Controleer regelmatig, doch ten minste dagelijks, de werking van de ketel op de volgende
punten:
- Manometer en pressostaten
- Waterpeilregeling
- Laagwateralarm
- Voedingpomp/magneetklep en terugslagklep.
SPUIEN
Voor het spuien dient U zich er van te overtuigen ,dat het vrijkomende hete water/stoom
mengsel geen gevaar oplevert voor mens, dier of omgeving.
Spui de ketel twee maal per dag af zodanig dat het waterpeil van de ketel, wat zichtbaar
is in het peilglas, 50 mm daalt. Dit ter voorkoming van slib- en zoutvorming in de ketel.
Spui ook de waterpeilregelaar en het peilglastoestel twee maal per dag af en volg hierbij
de navolgende procedures en instructies.
Open de afsluiters langzaam en pas op voor rondspattend heet water en of vrijkomende
stoom.
1) Sluit de afsluiter aan de stoomzijde.
2) Open de spuiafsluiter.
3) Sluit de afsluiter aan de waterzijde.
4) Open de afsluiter aan de stoomzijde.
5) Sluit de spuiafsluiter.
6) Open de afsluiter aan de waterzijde.
10