Veiligheid
2.11.2
Gebruik met andere apparatuur
2.11.2.1
Netaansluiting
De machine moet worden aangesloten op een afzonderlijk stopcontact.
Sluit geen normale huishoudelijke apparaten aan op hetzelfde stopcontact als
de machine en verbind deze niet parallel.
De elektrische installaties van het pand moeten voldoen aan deze eisen.
2.11.2.2
Potentiaalvereffening
Indien de machine wordt gebruikt in combinatie met andere therapeutische
apparaten van beschermingsklasse I, moet een aansluitkabel voor de
elektrische aarding worden gebruikt omdat de lekstromen van alle
aangesloten apparaten samen kunnen komen en als gevolg daarvan een
elektrostatische ontlading van de omgeving naar de machine zou kunnen
optreden. Een speciale potentiaalvereffeningskabel is beschikbaar en deze
moet worden aangesloten op het bijbehorende contact op de achterzijde van
de machine.
WAARSCHUWING!
Risico voor de patiënt vanwege lekstromen als de machine gebruikt wordt in
combinatie
met
andere
beschermingsklasse I.
•
Sluit de potentiaalvereffening aan op de machine en op alle andere
medische elektrische apparatuur aangesloten op- of geplaatst binnen het
bereik van de patiënt (bijvoorbeeld de stoel van de patiënt).
Om verhoogde lekstromen te voorkomen, moeten ook alle aangesloten
toevoersystemen
(bijv.
concentraattoevoer) correct op de potentiaalvereffening worden aangesloten.
De elektrische installaties van het pand moeten voldoen aan deze eisen.
Gebruik met centraal veneuze katheter
WAARSCHUWING!
Risico voor patiënten met centraal veneuze katheter door lekstromen!
•
Sluit de potentiaalvereffening aan om te garanderen dat de lekstroom van
de patiënt voldoet aan de limietwaarden voor de type CF toegepaste
onderdelen.
Indien centrale veneuze katheters worden gebruikt, is een hoger niveau van
bescherming tegen elektrische schokken vereist. Elektrische stromen kunnen
lopen via de toevoerlijn, door het dialysaatvloeistoffilter, de kunstnier, de
centraal veneuze katheter, de patiënt en ieder geleidend voorwerp in de
omgeving van de patiënt. Daarom moet potentiaalvereffening aanwezig zijn.
De lekstroom van de patiënt moet lager zijn dan 10 µA in normale toestand en
lager dan 50 µA in een enkele storingsconditie die voldoet aan de
limietwaarde voor lekstroom bij patiënten van toegepaste onderdelen van het
type CF (volgens de IEC 60601-1-norm voor medische apparatuur).
Een speciale potentiaalvereffeningskabel is beschikbaar en deze moet
worden aangesloten op het bijbehorende contact op de achterzijde van de
machine.
De elektrische installaties van het pand moeten voldoen aan deze eisen.
IFU 38910517NL / Rev. 1.04.01 / 04.2020
medische
elektrische
centrale
watervoorziening
Dialog iQ
2
apparatuur
van
en
centrale
21