Bij het openen van een warmwaterkraan (1) bij een
aftappunt (wasbak, douche, badkuip, etc.) gaat het
toestel zelfstandig in bedrijf en levert het u warm water.
Het toestel schakelt de warmwaterbereiding bij het
sluiten van de aftapklep automatisch uit. De pomp loopt
nog een korte tijd na.
4.6
Warmwaterbereiding met VC-toestellen
4.6.1
Instelling van de warmwatertemperatuur
Voor de warmwaterbereiding met de toesteluitvoering
VC moet een warmwaterboiler van het type VIH op het
CV-toestel zijn aangesloten.
Afb. 4.11 Instelling van de warmwatertemperatuur
• Schakel het toestel in volgens de beschrijving in
hoofdstuk 4.4.
• Stel de draaiknop (3) voor het instellen van de
boilertemperatuur in op de gewenste temperatuur.
Daarbij betekent:
- linker aanslag vorstbeveiliging
- rechter aanslag
Bij het instellen van de gewenste temperatuur wordt de
daarbij behorende gevraagde waarde weergegeven op
het display (2).
Na ca. drie seconden verdwijnt deze weergave en
verschijnt op het display weer de standaardweergave
(actuele CV-aanvoertemperatuur).
a
Attentie!
Verkalkingsgevaar!
Bij een waterhardheid van meer dan
3,57 mol/m
3
(20 °dH) moet u de draaiknop (3)
maximaal op de middenstand instellen.
Gebruiksaanwijzing ecoTEC
Gevaar!
d
Gezondheidsrisico door legionellavorming!
Als het toestel wordt gebruikt voor
naverwarming in een solair ondersteunde drinkw
aterverwarmingsinstallatie, moet de warmwater
uitstroomtemperatuur met de draaiknop (3) op
minstens 60 °C worden ingesteld.
4.6.2 Warm water aftappen
Afb. 4.12 Warm water aftappen
Bij het openen van een warmwaterkraan (1) bij een
aftappunt (wasbak, douche, bad, enz.) wordt warm water
uit de aangesloten boiler getapt.
Komt de boilertemperatuur beneden de ingestelde
waarde, dan treedt het VC toestel automatisch in bedrijf
en warmt de boiler bij. Bij bereiken van de gewenste
boilertemperatuur schakelt het VC toestel automatisch
uit. De pomp loopt nog een korte tijd na.
ca. 15 °C
max. 70 °C
Bediening 4
BE
NL
13