Toepassing
Uitgangen
AI FB1
Inbedrijfname - AI FB1 -
Channel
AI FB1 - schaaleenheid
FIBERTRAC 32 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Door deze keuze wordt de gevoeligheid van de sensor optimaal aan
de isotoop aangepast.
De FIBERTRAC 32 heeft deze informatie nodig voor de vervalcom-
pensatie. Daardoor komt een jaarlijkse kalibratie te vervallen.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Voer hier de betreffende toepassing in.
Met dit menupunt is het mogelijk, de sensor op de gewenste toepas-
sing aan te passen. U kunt uit de volgende toepassingen kiezen: "
Niveau", " Niveausignalering" of " Summation secondary".
In dit menupunt kunt u de functie van de stroomuitgang activeren.
Wanneer de uitgang wordt geactiveerd, blijft het instrument in functie
als secondary, maar de 4...20 mA-uitgang van de FIBERTRAC 32 kan
ook als afzonderlijk instrument worden gebruikt.
Wanneer de uitgang actief is, heeft het instrument de volledige func-
tionaliteit van een niveaumeetinstrument. In dit geval leest u verder
onder " Parametrering/Niveaumeting".
Omdat de bediening zeer omvangrijk is, worden de menupunten van
functieblok 1 (FB1) in een submenu samengevat.
In het menupunt " Channel" bepaalt u, op welke meetgrootheid de
uitgang betrekking heeft.
In het menupunt " Schaaleenheid" definieert u de schaalgrootte en de
schaaleenheid voor de pulsfrequentie op het display, bijv. in procen-
ten.
47