Installatie methode:
●
Open een doorgaand gat met een diameter die iets groter is dan de diameter van de uitlaatpijp op een
geschikte plaats nabij de geiser, zodat deze losjes in de horizontale uitlaatpijp kan worden geplaatst en
de uitlaatpijp naar buiten kan worden verlengd. Het buiteneinde is licht naar beneden hellend. .
●
De uitlaatpoort moet hoger worden ingesteld en het minimum mag niet lager zijn dan de bovenste hoogte
van de geiser.
●
Nadat het rookkanaal is geplaatst, sluit u de interface/verbinding af met aluminiumtape.
●
Dicht de opening tussen de buis en de montagewand af.
6.5 Installatie van de gasleidingen
Zaken die aandacht behoeven:
●
Er moeten speciale rubberen slangen of gekwalificeerde starre buizen
en gasdrukregelaars worden gekozen.
●
Selecteer de maat van de buis volgens de verbindingsspecificaties in
de tabel met technische gegevens.
●
Voor onderhoud; plaats de gasklep in de buurt van de inlaatverbinding,
de diameter van de gasklep is groter dan φ95 mm.
●
Bij gebruik van vloeibaar gas mag de lengte van de rubberen buis niet
langer zijn dan 2 meter.
●
Het leidingsysteem moet ervoor zorgen dat de geleverde gasdruk
voldoende is om aan de minimumvereisten te voldoen voordat het kan
worden gebruikt. Om de nominale warmtebelasting van de geiser te
bereiken, moet de gasdruk de nominale gasdruk in de technische
parametertabel bereiken. De minimale drukwaarden voor elk gas zijn
als volgt:
●
Vermijd elke storing met een verzegeld onderdeel
Installatie methode:
●
Gebruik voor gebruikers die vloeibaar gas gebruiken een slang met een binnendiameter van φ9,5 mm
om verbinding te maken met de drukregelklep voor vloeibaar gas, en zet deze vervolgens vast met een
klem; sluit de gasconnector aan die aan de unit is bevestigd op de gasinlaatconnector (merk op dat een
rubberen afdichtring vereist is), steek vervolgens de rubberen buis en de gasconnector in het uiteinde en
zet deze vast met een klem.
●
Gebruikers die gas via een pijpleiding gebruiken, moeten contact opnemen met het gasbedrijf of de
relevante managementafdeling om de gasleiding aan te sluiten.
●
Zet na de installatie de gastoevoer open en inspecteer het gebied met zeepwater om er zeker van te zijn
dat er geen gaslek is vóór gebruik.
6.6 Aanleg van waterleidingen
Installatiemethode:
●
De koudwaterinlaat is bij voorkeur verbonden door een roestvrijstalen balg of een starre waterleiding. Voor
de inlaatleiding is een regelklep vereist.
●
De toevoerleiding moet worden gereinigd door het water uit de buis te verwijderen voordat deze op de geiser
wordt aangesloten om te voorkomen dat het vuil de geiser verstopt.
●
De toevoerleiding moet rechtstreeks op de waterleiding worden aangesloten om te lang, te klein of te veel
buiging te voorkomen, waardoor te lage inlaatdruk ontstaat en de geiser niet kan starten.
Wanneer de warmwateruitlaat rechtstreeks op de douche is aangesloten, kan deze worden aangesloten met
een slang of een vaste waterleiding. Als er een regelklep, kraan of douche met schakelaar is geïnstalleerd
bij de warmwateruitlaat, mag de geiser geen waterleiding gebruiken die niet bestand is tegen druk of hitte,
zoals een plastic buis of een aluminium buis, deze pijp kan scheuren en kan brandwonden veroorzaken
12
Gas geiser
Rubberen ring
Rubberen pijp
Slangverbinding
Gesp
Let op: er moet een
rubberen pakking worden
aangebracht bij gebruik
van een metalen slang