12. De toets Selecteren indrukken. De kleurselectie verschijnt in het
scherm. De nieuwe tonerconcentratiewaarde wordt naast de betreffende
kleur weergegeven.
13. Om de concentratie van andere kleuren te wijzigen, stappen 10 t/m 12
herhalen.
14. De toets Afsluiten selecteren. Het soort origineel wordt weergegeven.
15. Om de kleurconcentratie voor andere soorten originelen te wijzigen,
stappen 8 t/m 14 herhalen.
16. De toets Afsluiten selecteren. Het menu Beheer verschijnt in het
scherm.
17. De toets Afsluiten selecteren. Het hoofdmenu voor Hulpprogramma's
verschijnt op het scherm.
18. De toets Hulpprogramma's indrukken om de mode Hulpprogramma's
te verlaten.
Auto kleuraanpassing
Met behulp van de optie Auto kleuraanpassing kunt u iedere
kleurverslechtering die tijdens het gebruik optreedt corrigeren om een
optimale kopieerkwaliteit van het apparaat te behouden.
De kleuraanpassing is alleen van toepassing op het kopiëren. Wanneer de
DocuColor 2006 in de printermode staat, hebben kleuraanpassingen geen
effect.
De volgende procedure volgen om de toepassing Auto kleuraanpassing te
gebruiken:
1.
De toets Hulpprogramma's indrukken. Het hoofdmenu voor
Hulpprogramma's verschijnt in het scherm.
2.
Met behulp van de pijltoetsen de optie menu Beheer selecteren.
3.
De toets Selecteren indrukken. Er verschijnt een scherm waarin een
toegangscode dient te worden ingevoerd.
4.
Met behulp van de aantaltoetsen de beheerderstoegangscode invoeren.
De code wordt als asterisken weergegeven (*).
Indien u een fout maakt bij het invoeren van de toegangscode, de toets C
indrukken.
5.
Zodra de juiste toegangscode is ingevoerd, verschijnt het menu Beheer
in het scherm.
6.
Met behulp van de pijltoetsen de optie Auto kleuraanpassing selecteren.
7.
De toets Selecteren indrukken. Er verschijnt een scherm waarin het
soort origineel voor automatische kleuraanpassing kan worden
geselecteerd.
Xerox DocuColor 2006
23. Mode Hulpprogramma's
23–7