De opnamestanden instellen
De flitsinstelling selecteren
,
Auto
Flitser uit
a
Flitser aan
b
Auto + Anti Rode
c
Ogen
Flitser+Anti Rode
d
Ogen
• De flitsinstelling is vast ingesteld op a onder de volgende
omstandigheden:
- als C (Video) of S (Vuurwerk) is geselecteerd als opnamestand
- als j (Continue opname), A (Continue opname snel (L)),
B (Continue opname snel (G)) of C (Continue opname snel (S))
is geselecteerd als transportstand
- als s (Oneindig) is geselecteerd als scherpstelstand
• In de stand X (Dig. Groothoek) of F (Digitaal panorama) wordt de
flits ingesteld op a. U kunt echter nog wel andere flitsinstellingen
selecteren.
• In de 9 (Groene) modus kunt u alleen , of a selecteren.
• In de stand A (Nachtopname) kunt u , en c niet selecteren.
Gebruik van de flitser bij het maken van opnamen van dichtbij kan
onregelmatigheden opleveren in de opname als gevolg van de spreiding
van het licht.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser
automatisch af. Als u de functie Gezichtsdetectie
gebruikt, wordt de flitsinstelling automatisch ingesteld
op d.
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze functie is bedoeld voor het maken van opnamen op
plaatsen waar flitsfotografie verboden is.
De flitser gaat altijd af, ongeacht de
lichtomstandigheden.
Deze instelling zorgt voor vermindering van het
rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
automatisch af. Voordat er echt wordt geflitst, gaat een
extra flits af.
Deze instelling zorgt voor vermindering van het
rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden. Voordat er
echt wordt geflitst, gaat een extra flits af.
3
107