De tijd voor Momentcontrole instellen
Bepaal met deze instelling of een opname meteen na het maken moet
worden weergegeven. De standaardinstelling is O (Aan).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Momentcontrole] met de vierwegbesturing
(23).
3
Selecteer O of P met de
vierwegbesturing (45).
Momentcontrole wordt
O
weergegeven.
Momentcontrole wordt niet
P
weergegeven.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Momentcontrole 1p.71
Als de functie Knipperdetectie actief was tijdens het maken van
opnamen, verschijnt het bericht [Gesloten ogen gedetecteerd]
gedurende 3 seconden tijdens Momentcontrole.
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Scherpte] met de vierwegbesturing (23).
Opnemen
3/4
Momentcontrole
Geheugen
Groene toets
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
Einde
MENU
3
125