b) Montage van de ontvanger
De montage van de ontvanger is in principe altijd afhankelijk van het model. Daarom dient u zich voor wat betreft de
montage aan de aanwijzingen van de modelfabrikant te houden.
Los daarvan dient u altijd te proberen de ontvanger zo te monteren dat deze optimaal beschermd is tegen stof, vuil,
vocht hitte en trillingen en dat hij zich niet in de onmiddellijke omgeving van accu-/motorleidingen bevindt.
Houd voldoende afstand tot motoren en elektronische vlieg- of rijregelaars. Metalen of koolstofonderdelen hebben
een afschermende werking en kunnen daardoor de ontvangstprestaties aanzienlijk benadelen. In dit geval is het
absoluut noodzakelijk om de antenne door een boorgat in de romp naar buiten te verleggen.
Voor het bevestigen zijn dubbelzijdig klevend schuimstof (servo-tape) of rubberringen geschikt, die de in schuimstof
verpakte ontvanger goed op zijn plaats houden.
Let op!
De antennedraad (1) heeft een nauwkeurig af-
gemeten lengte.
Daarom mag de antennedraad niet worden op-
gerold, in lussen gelegd of zelfs afgesneden. Dit
zou het bereik enorm beperken en brengt bo-
vendien aanzienlijke veiligheidsrisico´s met zich
mee.
12
Afbeelding 6