Afgiftesysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in het klimaatsysteem
moet de circulatiepomp verwarmingssysteem op de juiste
snelheid draaien. S1255PC heeft een circulatiepomp verwar-
mingssysteem die automatisch kan worden geregeld in de
standaardstand. Bepaalde functies en accessoires moeten
wellicht handmatig draaien en in dat geval moet de juiste
snelheid worden ingesteld.
Deze automatische regeling vindt plaats als de compressor
draait en stelt de snelheid van de circulatiepomp verwar-
mingssysteem in, voor de relevante bedrijfsstand, om het
optimale temperatuurverschil te verkrijgen tussen de aan-
voer- en retourleidingen. Tijdens verwarming worden de
ingestelde DOT (gedimensioneerde buitentemperatuur) en
het verschil in menu 7.1.6.2. gebruikt. Indien nodig kan de
maximale snelheid van de circulatiepomp worden begrensd
in menu 7.1.2.2.
Pompafstelling, handmatige regeling
Bronsysteem
S1255PC heeft een bronpomp die automatisch kan worden
aangestuurd. Voor handmatige bediening: deactiveer "Auto"
in menu 7.1.2.7 en stel dan de snelheid in volgens het onder-
staande schema.
LET OP!
Bij gebruik van passieve koeling moet de snelheid
van de circulatiepomp bronsysteem worden inge-
steld in menu 7.1.2.7.
Stel de pompsnelheid zodra het systeem in balans is (ideali-
ter 5 minuten na de start van de compressor).
Stel het debiet zo af dat het temperatuurverschil tussen
bronvloeistof uit (BT11) en bronvloeistof in (BT10) tussen 2
- 5 °C ligt. Controleer deze temperaturen in menu 3.1 "Be-
drijfsinfo" en pas de snelheid van de bronpomp (GP2) aan
totdat het temperatuurverschil is verkregen. Een groot ver-
schil duidt op een laag debiet in het bronsysteem en een
klein verschil duidt op een hoog debiet in het bronsysteem.
Beschikbare druk, kPa
Elektrisch vermogen, W
S1255PC 6 kW
Beschikbare druk
(kPa)
160
140
120
100
80
60
40
20
P40%
40%
0
0
0,1
0,2
0,3
NIBE S1255PC
Uitgang
(W)
P 100%
P80%
100%
P60%
80%
60%
0,4
0,5
0,6
0,7
Aanvoer
Flöde
(l/s)
Klimaatsysteem
S1255PC heeft een circulatiepomp verwarmingssysteem
die automatisch kan worden aangestuurd. Voor handmatige
bediening: deactiveer "Auto" in menu 7.1.2.2 en stel dan de
snelheid in volgens de onderstaande grafieken.
De aanvoer moet een geschikt temperatuurverschil hebben
voor de bedrijfssituatie (verwarmen: 5 - 10 °C, warmwater-
bereiding: 5 - 10 °C, zwembadverwarming: ca. 15 °C) tussen
de regelende aanvoertemperatuursensor en de retourlei-
dingsensor. Controleer deze temperaturen in menu 3.1 "Be-
drijfsinfo" en pas de snelheid van de circulatiepomp verwar-
mingssysteem (GP1) aan totdat het temperatuurverschil is
verkregen. Een groot verschil duidt op een laag debiet in het
afgiftesysteem en een klein verschil op een hoog debiet in
het afgiftesysteem.
Beschikbare druk, kPa
Elektrisch vermogen, W
S1255PC 6 kW
Beschikbare druk
(kPa)
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0,05
Achteraf afstellen, ontluchting,
klimaatsysteem
De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warmtapwater en het
kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien er bor-
relende geluiden bij de warmtepomp of het klimaatsysteem
worden waargenomen, is het nodig om het hele systeem
nogmaals te ontluchten. Controleer de druk met de extern
gemonteerde drukmeter (BP5). Als de druk zakt, dient het
systeem te worden bijgevuld.
160
140
120
100
80
60
40
20
0
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
P80%
60%
P60%
40%
P40%
0,1
0,15
0,2
0,25
0,30
Uitgang
(W)
80
70
P100%
60
50
100%
40
80%
30
20
10
0
0,35
0,40
Aanvoer
Flöde
(l/s)
29