Opnamen maken
Opnamen maken
De functie wijzigen
De opnamestand dient voor het maken van opnamen en de weergavestand voor
het weergeven of wissen van opnamen.
Schakelen tussen de opnamestand en weergavestand
• Als u van de opnamestand naar de weergavestand wilt overschakelen,
drukt u op de Q Weergaveknop.
• Als u van de weergavestand naar de opnamestand wilt overschakelen,
drukt u op de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
De opnamefunctie selecteren
Selecteer de opnamefunctie in het functiepalet. (1blz.46)
Opnamegegevens weergeven in de opnamestand
U kunt bij het maken van opnamen opnamegegevens weergeven op de
LCD-monitor. U kunt de weergavefunctie wijzigen met de OK/Weergaveknop.
Normale weergave
Bij het aanzetten van de camera verschijnen
de opnamegegevens.
1
Opnamefunctie
3
Transportstand
5
Scherpstelkader
7
Kaart/intern geheugen
9
Resterend aantal opnamen
10 Datum en tijd
12 Bewegingsreductie (aan)*
14 Sluitertijd
* Wanneer [Bewegingsreductie] is ingesteld op Uit, wordt
(Bewegingsreductie uit) weergegeven. Bij een
langere sluitertijd verschijnt echter
2
Flitsfunctie
4
Scherpstelinstelling
6
Zoom
8
Batterij-indicatie
11 Instelling wereldtijd
13 Diafragma
(antibewegingswaarschuwing).
1 2 3 4
5
6
7
1/160
1/160
1/160
01/24/2006
01/24/2006
01/24/2006
F2.6
F2.6
F2.6
14
13
12
11
4
8
9
36
36
36
36
36
36
12:00
12:00
12:00
10
49