VEILIGHEID TIJDENS GEBRUIK EN
BEDIENING
1
Controleer regelmatig of:
- alle slangen en/of leidingen in de machine in
goede staat verkeren, goed werden bevestigd
en niet schuren,
- geen lekkages optreden,
- alle bevestigingsmiddelen goed vastzitten,
- alle elektrische kabels goed vastzitten en in
goede staat verkeren,
- veiligheidskleppen en andere apparatuur niet
wordt bedekt met vuil of verf,
- de luchtkraan in goede staat verkeerd.
2
Controleer dat de tiewraps die de kabels op hun
plaats houden correct zijn afgeknipt om
persoonlijk letsel te voorkomen.
3
Wees voorzichtig met de scherpe randen die
diepe
snijwonden
kunnen
bijvoorbeeld het deksel van de elektrische
ventilator.
4
Nadat de machine is uitgeschakeld staat de VSD-
omvormer nog enkele minuten onder spanning.
Wacht a.u.b. 15 minuten voordat u één van de
elektrische componenten aanraakt. Gebruik
voorafgaand aan de werkzaamheden altijd een
multimeter om te controleren of de elektrische
componenten veilig zijn.
5
Wanneer de machine in een stoffige omgeving
werkt, plaats de machine dan zo, dat het stof niet
door de wind naar de machine wordt geblazen.
Werken in een schone omgeving zorgt voor een
aanzienlijke
verlenging
reinigingsintervallen voor luchtfilters en de
kernen van koelers.
6
Sluit de luchtkraan, voordat u een luchtslang aan-
of afkoppelt. Controleer of de slang volledig
drukvrij is voordat u deze loskoppelt. Voordat u
een luchtslang of -leiding op druk zet, moet het
uiteinde hiervan stevig worden vastgezet om op
en neer zwiepen en letsel te voorkomen.
7
De op de luchtkraan aangesloten slang moet met
een veiligheidskabel aan een bevestigingspunt bij
de kraan worden vastgemaakt.
8
Oefen geen uitwendige kracht uit op de
luchtkranen, bijv. door aan slangen te trekken of
apparaten direct op een kraan te monteren, zoals
een
waterafscheider,
enzovoorts. Ga niet op de luchtkranen staan.
9
Verplaats een machine nooit wanneer externe
leidingen of slangen zijn aangesloten op de
luchtkranen, zodat schade aan kranen, spruitstuk
en slangen wordt voorkomen.
10 Nooit zonder het nemen van extra maatregelen,
perslucht van welke compressor dan ook
gebruiken voor ademlucht,omdat dit tot letsel of
zelfs tot de dood kan leiden. Voor het verkrijgen
veroorzaken,
van ademluchtkwaliteit moet perslucht worden
gereinigd volgens de lokale wetgeving en
normen. Lucht voor inademing moet altijd
worden aangeleverd met een stabiele, geschikte
druk.
11 Verdeelbuizen en luchtslangen moeten de juiste
afmetingen hebben en geschikt zijn voor de
werkdruk. Gebruik nooit gerafelde, beschadigde
of versleten slangen. Vervang slangen en
flexibele leidingen voordat de levensduur
verstreken is. Gebruik enkel slanghulpstukken en
-aansluitingen van het juiste type en de juiste
afmetingen.
12 Altijd eerst de druk aflaten door het openen van
van
de
een luchtkraan, voordat de olievuldop geopend
wordt.
13 Tijdens bedrijf moeten alle deuren gesloten
blijven, zodat de koelluchtstroming binnenin niet
een
smeertoestel,
- 10 -
verstoord wordt en het geluid niet sterker wordt.
Een deur mag slechts korte tijd open zijn, bijv.
voor inspectie of afstelling.
14 Voer regelmatig onderhoudswerkzaamheden uit
volgens het onderhoudsschema.
15 Alle roterende en bewegende delen, die gevaar
kunnen
opleveren
voor
onderhoudspersoneel
zijn
afschermingen. De machine mag niet in bedrijf
worden
genomen,
wanneer
beschermkappen weer veilig zijn geïnstalleerd.
16 Lawaai, zelfs op een aanvaardbaar niveau, kan
irritaties en storingen veroorzaken die, op lange
termijn het menselijk zenuwstelsel ernstig
kunnen beschadigen. Wanneer het geluidsniveau
op een plaats waar personeel gewoonlijk
aanwezig moet zijn:
- lager is dan 70 dB(A): geen actie vereist,
- hoger is dan 70 dB(A): personen die constant
in
de
ruimte
verblijven
gehoorbescherming dragen,
- lager is dan 85 dB(A): er hoeft geen actie
ondernomen te worden voor incidentele
bezoekers die maar kort blijven,
- hoger is dan 85 dB(A): de ruimte moet
geclassificeerd worden als geluidsgevaarlijk
en er moet permanent een duidelijke
waarschuwing aan iedere ingang geplaatst
worden om bezoekers erop attent te maken dat
gehoorbescherming gedragen moet worden,
zelfs als men maar kort in de ruimte verblijft,
- hoger is dan 95 dB(A): de waarschuwing(en)
bij de ingang(en) moet(en) worden aangevuld
met
het
advies
dat
gehoorbescherming moeten dragen,
- hoger
is
dan
105
gehoorbescherming moeten worden verstrekt,
die geschikt is voor dit geluidsniveau en dit
bedienings-
en
voorzien
van
niet
alle
moeten
ook
bezoekers
dB(A):
speciale