Inhoudsopgave
Advertenties
8
Slepen, bergen, transport
8.1
Het bergen en slepen van grondverzetmachines mag slechts met adequate sleepinrichtingen worden
doorgevoerd.
8.2
Men moet de hijsogen en verankeringspunten, voorgeschreven door de fabrikant, benutten.
8.3
Bij het slepen , moet men langzaam aanvangen. In het bereik van de sleepinrichtigen mogen zich
geen personen bevinden.
8.4
Bij het verladen en transporteren zijn grondverzetmachines en hulpinrichtingen tegen onverwachte
bewegingen af te zekeren.
8.5
Het rijwerk en rupswerk bij grondverzetmachines moeten van modder, sneeuw en ijs worden
gereinigd, zodat de oprijplaten zonder slipgevaar worden bereden.
8.6
Oprijplaten van diepladers moeten met dikke houten planken zijn uitgerust, vooraleer rupsmachines
erop rijden.
8.7
Voor de rit, zou men het traject inspecteren, zodat vaststaat, dat de straten breed genoeg zijn,
bruggen en doorvaaropeningen groot genoeg zijn, straten, wegbedekkingne en bruggen genoeg
draagvermogen hebben.
9
Controle. Toezicht.
9.1
De voorziene termijnen voor wederkerende keuringen of controles moeten worden gerespecteerd.
9.2
Bovendien moet de machinist bij het begin van een werktijd, de funktie van de veiligheids-, rij- en
werkinrichtingen, zoals bijvoorbeeld de overlastwaarschuwingsinrichting, de remmen, de
stuureenheid, de belichting enz. volgens de handleiding van de fabrikant proeven.
Bij de aanbouw van uitrustingsstukken aan het snelwisselsysteem is een controle of het
uitrustingsstuk vast zit in alle posities, noodwendig. Personen mogen niet in de gevaarlijke zone
vertoeven.
9.3
Hydrauliekslangen moeten worden vervangen, wanneer volgende schaden worden vastgesteld:
- beschadigingen aan de buitenmantel,
- het breken van de buitenmantel,
- vervormingen bij druklose toestand, die aan de oorspronkelijke vorm van de slang niet
beantwoorden,
- beschadigingen aan de slangarmatuur of aan de verbinding van de slang met de slangarmatuur,
- stockeerschaden (de duur van stockeren zou max. 2 jaar zijn),
- schaden door het overschrijden van de aanwendingsduur (max. 6 jaar).
9.4
Het peil van de koelvloeistof is bij afgekoelde sluitdop te proeven. Het deksel is voorzichtig te
openen om de overdruk af te laten.
10
1000111464_Handleiding_nl
Advertenties
Inhoudsopgave
