•
Raadpleeg de handleiding van het toegangspunt voor informatie over WPS-
compatibiliteit en instructies voor het controleren van de netwerkinstellingen.
•
Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een "Wi-Fi-router" genoemd.
•
In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
"toegangspunten" genoemd.
•
Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt als
u MAC-adressen filtert in uw Wi-Fi-netwerk. U kunt het MAC-adres van uw
camera controleren door MENU
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [MAC-adres controleren] te kiezen.
WPS-compatibele toegangspunten gebruiken
Met WPS kunt u eenvoudig instellingen voltooien wanneer u apparaten
via Wi-Fi verbindt. Om de instellingen te configureren op een apparaat dat
WPS ondersteunt, kunt u de methode gebruiken waarbij u op de WPS-knop
drukt of de PIN-methode gebruiken.
1
Controleer of de computer
verbonden is met een
toegangspunt.
z
z
Raadpleeg de gebruikshandleidingen
van het toegangspunt en het apparaat
voor instructies om de verbinding
te controleren.
2
Open het Wi-Fi-menu.
z
z
Druk op de knop [
(=
23) > tabblad [
] > [Inst. draadloze
].
z
z
Als het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen [ ][ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
3
Selecteer [
].
z
z
Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om
[
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop [ ].
4
Kies [Apparaat toevoegen].
z
z
Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Apparaat toevoegen] te selecteren
en druk vervolgens op de knop [ ].
5
Kies [Verbind via WPS].
z
z
Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Verbind via WPS] te selecteren en
druk vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
80