Inhoudsopgave
Advertenties
108
TFTDISPLAY
actieve apparaat gemarkeerd.
Handelingen voor de bedie-
ning gebeuren met het betref-
fende actieve apparaat totdat
de bedieningsfocus opnieuw
wordt gewijzigd.
Navigatiesysteem bedienen
(
216)
Weergaven systeemtoestand
De systeemtoestand wordt in
het onderste gedeelte van het
menu weergegeven als er een
functie in- of uitgeschakeld is.
Voorbeelden voor
de betekenis van de
systeemtoestanden:
Systeemtoestand 1: DTC-
functie is ingeschakeld.
Weergave van de bovenste
statusregel selecteren
Voorwaarde
De motorfiets staat stil. Het
scherm Pure Ride wordt weer-
gegeven.
Contact inschakelen (
Op het TFT-display verschijnt
alle voor het rijden op de
openbare weg noodzakelijke
informatie van de boord-
computer (bijv.
en de tripboordcomputer
(bijv.
kan in de bovenste statusregel
worden weergegeven.
met bandenspanningscontrole
(RDC)
Daarnaast kan er ook informa-
tie van de bandenspannings-
controle worden weergege-
ven.
Inhoud van de bovenste sta-
tusregel selecteren (
De toets 1 lang indrukken om
het scherm Pure Ride weer te
geven.
De toets 1 telkens kort in-
drukken om de waarde in de
bovenste statusregel 2 te se-
lecteren.
De volgende waarden kunnen
worden weergegeven:
66).
TRIP 1
). De informatie
TRIP 2
SU
)
109).
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
