84
GEBRUIK
Veervoorspanning instellen
Om de veervoorspanning in te
stellen:
Motor starten (
De toets 1 zo vaak lang in-
drukken, tot de gewenste in-
stelling wordt weergegeven.
De veervoorspanning kan
niet tijdens het rijden wor-
den ingesteld.
De volgende melding verschijnt
als er geen instelling mogelijk
is:
Beladingsverstelling
alleen bij stilstand.
De selectiepijl 4 wordt weer-
gegeven en verdwijnt na het
wijzigen van de status.
137).
met Dynamic ESA Pro
De selectiepijl 4 wordt weer-
gegeven en verdwijnt na het
wijzigen van de status.
De volgende instellingen zijn
mogelijk:
Solo
Solo met bagage
Met duopassagier (en ba-
gage)
met Dynamic ESA Pro
: Minimale veervoorspan-
Min
ning
met Dynamic ESA Pro
: Automatische instelling
Auto
van de veervoorspanning
Als de toets 1 langere tijd niet
wordt ingedrukt, wordt de
veervoorspanning ingesteld
zoals weergegeven.
Bij zeer lage temperaturen
voor een verhoging van de
veervoorspanning de motor-
SU
SU
SU