Melding in het display: Het ingestelde toerental knippert.
Als de belasting binnen het normale bereik terugkeert,
houdt het ingestelde toerental op met knipperen en komt
het ingestelde toerental weer overeen met het werkelijke
toerental.
In de klembus en aandrijfas kunnen de door IKA toege-
laten roerwerktuigen worden bevestigd (zie het hoofdstuk
"Toegestane roertoestellen van IKA"). De aandrijfas is
uitgevoerd als een holle as, waarvan de opening aan de
bovenkant afgesloten is met een roerasdeksel. Het is echter
mogelijk om roerschachten in stilstand, bijv. bij het verwis-
selen van de houder, via de bovenkant van de behuizing
naar buiten te schuiven wanneer het roerasdeksel wegge-
nomen wordt.
Het toerental wordt ingesteld met de draaiknop op de voorzijde (B, zie Fig. 1).
Het toerental wordt rechtstreeks in omwentelingen per minuut (rpm) weergegeven op het leddisplay (C, zie Fig. 1).
Plaats het roertoestel op een stabiele, vlakke en slipvaste
ondergrond. Het EUROSTAR 400 digital roertoestel moet
met een kruisbevestigingsstuk (bijv. R 271) aan een stabiel
statief (bijv. R 2722 of R 2723) worden bevestigd. Het
roervat moet om veiligheidsredenen altijd goed bevestigd
worden. U moet er bovendien voor zorgen dat de fixeer-
voorziening (statief) zo is vastgezet dat zij niet kan omkiepen
en niet begint te bewegen tijdens het roeren.
Bevestiging van de uithouderstang aan het roerap-
paraat
Montageafbeelding
Probeer of de uithouder goed vastzit.
Door trilling kan de schroef losraken. Controleer daarom
voor de zekerheid regelmatig de bevestiging van de uithou-
der. Span eventueel de binnenzeskantschroef na.
Bevestiging van het roerapparaat aan het statief
Montageafbeelding
Bevestig de kruismof (H) aan de staander van het statief (I).
Bevestig de uithouder (J) van het roerapparaat in de vrije,
naar boven geopende zijde van de kruismof.
Als de gewenste positie voor het roerproces is ingesteld,
dan moeten beide klemschroeven (G) krachtig worden aan-
gehaald.
Toerentalweergave
Inbedrijfstelling
(zie Fig. 2)
(zie Fig. 3)
Overbelastingstoestand 2:
Als het apparaat onderhevig is aan schommelende belasting die
het dubbele van het normale draaimoment overschrijdt, neemt
het werkelijke toerental van de roeras snel af tot aan stilstand.
Melding in het display: Er 4 (zie hoofdstuk "Foutcodes").
Aandrijfas
Voor een veilig bedrijf moet het roerasdeksel in de opening
in de behuizing worden teruggeduwd, zodat de opening
goed gesloten wordt. Alleen zo waarborgt u veilig werken
en verhindert u dat er media in het apparaat kunnen bin-
nendringen.
AANKONDI-
GING
Het toebehoren moet in overeenstemming met de volgende
montagehandleiding geassembleerd worden (Fig. 2 tot en
met Fig. 6).
Bevestiging
Controleer telkens voor de inbedrijfname en met regelmati-
ge tussenpozen of het roerapparaat goed vastzit. De positie
van het roerapparaat mag alleen worden veranderd als het
stilstaat en de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Bevestiging van het roerapparaat in de spanklauw
Montageafbeelding
Schuif roerapparaat (M) in de spanklauw (L). De spanklauw
krachtig spannen met de spanklauwsleutel (K).
Het roerapparaat mag alleen worden verwisseld als het stil-
staat en de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Neem hierbij de aanwijzin-
gen van de paragraaf "Veilig-
heidsaanwijzingen" in acht!
Als aan deze voorwaarden is vol-
daan, is het apparaat bedrijfsklaar
nadat de stekker in het stopcontact
is gestoken.
(zie Fig. 4)
7