Switch
Omschrijving
1
Pull-up weerstand I²C
Service Port
2
120 Ohm afsluitweerstand
Modbus
b)
Sluit de Service Port van de IMM aan op de Service
Poort van de warmtepomp. Gebruik hiervoor de
bijgevoegde communicatiekabel.
c)
Sluit met de 4-polige connector de RS485 Modbus-
kant van de IMM aan op de Modbus. De connector
kan voor montage uit de IMM worden verwijderd.
Sluit de kabels aan zoals aangegeven in
onderstaande tabel.
Symbool
V
IN
W
B
A
d)
Monteer de IMM op een droge plaats met de
plakstrips op de achterkant van de IMM.
Bij correct aansluiten van de voeding zal de groene LED
gaan branden.
6. Instellingen
ä
Let op!
Noodzakelijke instellingen
6.1. Foutmeldingen op de thermostaat
voorkomen
Als de warmtepomp wordt aangestuurd door de IMM, kan
er een foutmelding op de thermostaat verschijnen. Door
aan te geven dat aansturing via de IMM loopt, wordt deze
foutmelding niet meer op de thermostaat weergegeven.
Raadpleeg onderstaande registertabel om de gewenste
waarde naar het register te schrijven.
Register
Waarde
1020
0 (default)
1020
1
Stand
ON/OFF
ON/OFF
Aansluiting
12-24 Vdc
Aarde/GND
Stuursignaal
communicatie
Omschrijving
Geen IMM
IMM
6.2. Communicatie-instellingen
De IMM ondersteunt meerdere modbus-configuraties om
de opties voor de baudrate, parity en stopbits te kunnen
aanpassen. De communicatie-instellingen worden
aangepast in de registers van de IMM. Dit gebeurt
eenmalig, om de communicatie tot stand te brengen. Dit
is afhankelijk van de systeemeisen.
Baudrate
Parity
register
register
1015
1011
2400
None
4800
Odd
9600 (default)
Even (default)
14400
19200
28800
38400
57600
115200
230400
De communicatie-instellingen worden opgeslagen in het
interne geheugen van de IMM en worden bewaard ook als
de spanning wegvalt. Als de standaardinstellingen
(default settings) niet gewenst zijn, zijn er een paar
stappen noodzakelijk om de IMM te configureren.
Bepaal de gewenste instelling en wijzig alleen het
●
register dat aangepast moet worden.
a)
Pas de baudrate aan, register 1015
b)
Pas de parity aan, register 1011
c)
Pas de stopbits aan, register 1013
d)
Pas het modbus-adres aan, register 1000
Wanneer een of meerdere instellingen zijn gewijzigd,
schrijf dan daarna de waarde 1 in het register 1100 om de
IMM te resetten. Het resultaat hiervan is een reset na een
aantal seconden. Na de reset zal de IMM herstarten met
de nieuwe instelling. Dit gebeurt ook wanneer de voeding
van de IMM wegvalt nadat de instellingen zijn aangepast.
Stopbits
Address
register
register
1013
1000
1 (default)
1 - 247
2
10 (default)
3