Zorg ervoor dat u het deksel van de trechter
goed sluit na het laden van de pellets. De
veiligheidsdrukschakelaar (voor de modellen in
de waterdichte kamer) controleert de juiste sluiting
(Afb. 15.1) en alarmeert de kachel als het deksel
langer dan 20 seconden open blijft staan terwijl de
kachel werkt.
15.2 STROOMVOORZIENING
Sluit de kachel aan op het lichtnet, zet de
ontstekingsschakelaar op de achterkant van de
kachel op "I" (3.1). Als de verbinding correct is,
licht het display op.
Voor lange perioden van niet-gebruik wordt
aanbevolen om de schakelaar aan de achterkant
van de machine in de UIT-stand (O) te plaatsen.
Zorg ervoor dat u het bedieningspaneel niet
aanraakt wanneer de kachel wordt gevoed.
15.3 ONTSTEKING
Zorg er voor elk contact voor dat de vuurkorf volledig
leeg is en correct in de zitting is geplaatst.
Om de kachel in te schakelen, houdt u de ON/OFF-
knop een paar seconden ingedrukt.
Voorkom dat de kachel handmatig wordt ingeschakeld
als het automatische ontstekingssysteem wordt
aangetast.
Tijdens de eerste ontsteking van de kachel kunnen
onaangename geuren of dampen ontstaan door
verdamping of droging van sommige gebruikte
materialen. Dit verschijnsel zal geleidelijk
verdwijnen.
Het is raadzaam om tijdens de eerste ontstekingen
de ruimten goed te ventileren.
Giet de pellets niet rechtstreeks in het vuur.
Giet de pellets niet rechtstreeks in
het vuur.
Wanneer de deur van de vuurkist en het
pelletreservoir wordt geopend, moet worden
vermeden deze gedurende lange tijd open
te laten staan om te voorkomen dat de
sluitingssensor de status van de open deur
meldt via een akoestisch alarm.
15.4 UITSCHAKELEN
Om de kachel uit te schakelen, houdt u de ON/
OFF-knop een paar seconden ingedrukt.
Om een nieuwe ontsteking te maken, is het
raadzaam om te wachten tot de kachel volledig is
afgekoeld.
Het wordt aanbevolen om het fornuis uit te
schakelen door het bovenstaande nauwgezet te
volgen en dit absoluut te vermijden door de voeding
te verwijderen.
OPGELET: Laat geen brandstof in de
ventilatieopeningen lopen.
15.5 WERKING MET OMGEVINGSSONDE
OP DE KACHEL
De kachel kan handmatig of geprogrammeerd
worden in-/uitgeschakeld.
De kachel moduleert het vermogen op basis van
de omgevingstemperatuur die door de ingebouwde
sonde wordt afgelezen (d.w.z. de kachel probeert
de gewenste temperatuur te handhaven door zo
min mogelijk te verbruiken).
In het geval dat de gebruiker de functie "Stand-
by" heeft ingeschakeld, wordt de kachel in
plaats van modulair uitgeschakeld wanneer
de ingestelde temperatuur is bereikt en wordt
deze opnieuw ingeschakeld wanneer de
omgevingstemperatuur onder de ingestelde
delta daalt.
De gewenste kamertemperatuur kan worden
ingesteld met de toetsen TEMP+ en TEMP-.
04/2023 - NL
- 3.1 -
- 3.2 -
25