4.0
Opstelling van de lift
4.1.0 Waarschuwingen
Verhuisliften moeten volgens aanwijzingen van de fabrikant door ter zake
kundig personeel worden op- en afgebouwd.
De lift moet worden opgesteld op een ondergrond die de druk van de
stempels voldoende op kan nemen. De bodembelastbaarheid moet minstens
25 N/cm² zijn.
Indien noodzakelijk bij slappe ondergrond onderlegplaten onder de
stempelvoeten leggen om het wegzakken te verhinderen.
Als de lift op de openbare weg wordt opgesteld dienen op afdoende
wijze maatregelen tegen verkeersgevaren te worden beveiligd.
Ook moet rekening worden gehouden met andere gevaren in de omgeving van de lift,
zoals b.v. stroomleidingen, enz. Hoge gebouwen kunnen door trek en zuigwerking de
windkracht ter plekke verhogen.
Als de lift onder slechte zichtomstandigheden wordt gebruikt, dient voor
afdoende verlichting te worden gezorgd, d.w.z. de lift dient vol te worden
verlicht.
2
1
0
3m
2
1
0
1
2
3
1
2m
24
Uitgave: Februari 2014
Opstelvlak
Bild 004