• Bij de volgende typen SD-kaarten wordt de opnametijd tijdens het fil-
men mogelijk niet goed weergegeven of wordt de opname onverwacht
gestopt.
- Kaarten waarop langzaam wordt opgenomen
- Kaarten die zijn geformatteerd op een andere camera of op een
computer
- Kaarten waarop vaak beelden zijn opgenomen en gewist
Hoewel de opnametijd mogelijk niet goed tijdens het filmen wordt
weergegeven, wordt de film goed opgenomen op de SD-kaart.
De opnametijd wordt wel goed weergegeven als u de SD-kaart in
deze camera formatteert (trage SD-kaarten uitgezonderd).
• U wordt aangeraden voor het opnemen van films SD-kaarten te gebrui-
ken die in uw camera zijn geformatteerd (p. 28). De kaart die bij de
camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder deze te formatteren.
• Let erop dat u de microfoon niet aanraakt tijdens de opname.
• Druk tijdens het filmen niet op andere knoppen dan de sluiterknop om
ongewenste opname van camerageluiden te voorkomen.
• De instellingen voor autofocus en in-/uitzoomen die u voor het eerste
beeld hebt geselecteerd, worden ook voor de volgende beelden
gebruikt.
• Tijdens het filmen worden de instellingen voor de belichting en de wit-
balans automatisch door de camera aan de opnameomstandigheden
aangepast. De geluiden die tijdens het automatisch aanpassen van de
instellingen door de camera worden gemaakt, kunnen ook worden
opgenomen.
• Als het lampje groen knippert na een filmopname, betekent dit dat de
film naar de SD-kaart wordt geschreven. U kunt geen opnamen maken
zolang het lampje knippert.
• Zie Beschikbare functies per opnamemodus (p. 176).
• Het geluid wordt in mono opgenomen.
• Bij de filmmodus maakt de sluiter geen geluid.
• U kunt de belichtingscompensatie aanpassen voordat u opnamen
maakt. Druk op de knop
len (AE lock) en de belichtingscompensatiebalk op het LCD-scherm
weer te geven. Gebruik de knop
sen. De belichtingscompensatie wordt geannuleerd als u op de knop
MENU drukt of de witbalans, het foto-effect of de opnamemodus wijzigt.
• De opnametijd en de opnamecapaciteit kunnen variëren al naar gelang
het cameragebruik en de prestaties van de SD-kaart. Als er weinig
ruimte vrij is in het interne geheugen van de camera, verschijnt een rood
uitroepteken (!) rechtsonder op het LCD-scherm en wordt het filmen kort
daarna automatisch gestopt, zelfs als er meer dan voldoende opname-
tijd of capaciteit beschikbaar is. Als het uitroepteken (!) regelmatig
wordt weergegeven, kunt u de volgende procedures proberen.
- Formatteer de SD-kaart opnieuw voordat u met filmen begint (p. 28)
- Stel de resolutie in op
(15 beelden/sec.)
- Gebruik een SD-kaart met hoge snelheid (SDC-512MSH enzovoort)
• U hebt QuickTime 3.0 of later nodig als u filmbestanden (AVI/Motion
JPEG) wilt afspelen op een computer. QuickTime voor Windows staat op
de cd Canon Digital Camera Solution Disk. Voor Macintosh wordt dit
programma doorgaans met het besturingssysteem Mac OS 8.5 of hoger
80
meegeleverd.
om de belichtingsinstelling te vergrende-
of
om de instelling aan te pas-
(320 x 240) of het aantal beelden op