9
Kies het papierformaat
met de vierwegbesturing (2345).
U kunt alleen een papierformaat kiezen
dat door uw printer wordt ondersteund.
10
Druk op de knop 4.
11
Herhaal stap 8 t/m 10 om [Papiertype],
[Kwaliteit] en [Randinstelling]
in te stellen.
Als u [_ Instellen] selecteert, worden de opnamen afgedrukt op basis
van de instellingen die zijn verricht op de printer.
Papiertypen met meer E ondersteunen papier van een hogere kwaliteit.
Hoe meer E, hoe hoger de afdrukkwaliteit.
Na instelling van elk onderdeel verschijnt er een bevestigingsvenster.
12
Druk twee keer op de knop 4.
De opname wordt afgedrukt op basis van de gekozen instellingen.
Druk op de knop 3 om het afdrukken te annuleren.
• De aan/uit-indicatie brandt wanneer de camera communiceert met de printer
en knippert terwijl de kaart wordt aangesproken en tijdens het afdrukken.
Maak de USB-kabel niet los terwijl de aan/uit-indicatie knippert.
• De instellingen van [Papierafmeting], [Papiertype], [Kwaliteit] en [Randinstelling]
worden teruggezet op de basisinstellingen bij uitschakeling van de camera.
De kabel losmaken van de printer 1blz.143
Papierafmeting
2L
Instelling
Visitekrt
8"×10"
L
A4
100×150
Brief
Briefkaart
11"×17"
4"×6"
A3
Cancel
Cancel
Stop
MENU
OK
OK
OK
OK
6
141