• Als er andere functies zijn toegewezen aan de Snelinstellingsknop, verschijnen
bij elke druk op de knop de betreffende menu's na elkaar. (blz.59)
• In de Snelinstelling kunt u de informatie op de LCD-monitor niet wijzigen door
te drukken op de knop 4.
• In de Snelinstelling zijn het menu [A Opnemen] en het opnamestandpalet
niet beschikbaar. Als u probeert het menu [A Opnemen] of het opnamestandpalet
weer te geven, verschijnt - (slotpictogram).
• Als u vanuit de Snelinstelling bent overgeschakeld naar de stand Q, kunt u het menu
[A Opnemen] niet weergeven door te drukken op de knop 3. Als u probeert
het menu [A Opnemen] weer te geven, verschijnt - (slotpictogram).
• Als de camera wordt uitgeschakeld in de Snelinstelling, is Snelinstelling weer actief
wanneer de camera opnieuw wordt ingeschakeld.
∗ De instellingen van Snelinstelling worden hierna aangegeven.
Flitsinstelling
Transportstand
Scherpstelinstelling
Informatieweergave
Opnamepixels
Kwaliteitsniveau
Witbalans
AF-veld
Focus Limiet
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Digitale zoom
Momentcontrole
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
, (automatisch)
9 (standaard)
= (autofocus)
Standaard
P (h voor kaderfunctie)
D (Beter)
F (automatisch)
J (meervlaks)
O (aan)
Automatisch
±0.0
O (aan)
1 s
G (standaard)
G (standaard)
G (standaard)
4
65