Installatie
Controleer na de initiële installatie de
ononderbroken elektriciteit en stel vervolgens
een regelmatig schema voor het controleren van
een continuïteit op, om ervoor te zorgen dat een
juiste aarding gegarandeerd blijft.
Luchtleiding
Zie A
. 4 op pagina 13.
FB
1. Installeer een luchtreduceerventiel (C) met
manometer om de vloeistofdruk te regelen.
De vloeistofdruk aan de uitlaat is hetzelfde
als de ingestelde luchtdruk van de
luchtregelaar.
2. Plaats een zelfontlastend hoofdluchtventiel
(B) dicht bij de pomp en gebruik deze om
opgesloten lucht te laten ontsnappen.
Zorg ervoor dat het ventiel gemakkelijk te
bereiken is vanaf de pomp en dat hij zich
achter de regelaar bevindt.
Gevangen lucht kan ervoor zorgen dat de pomp
onverwachts gaat draaien. Dit kan leiden tot
ernstige letsels door opspattingen.
3. Installeer een tweede hoofdluchtventiel (E)
vóór alle luchtleidingtoebehoren en gebruik
deze om de toebehoren af te sluiten tijdens
reinigings- en reparatiewerkzaamheden.
4. Een filter in de luchtleiding (F) verwijdert
schadelijk vuil en vocht uit de aangevoerde
perslucht.
5. Monteer tussen de toebehoren en de
1/2 npt(f) luchtinlaatpomp (D), een geaarde,
soepele luchtslang (A). Gebruik een
luchtslang met een binnendiameter van
minstens 3/8 in. (10 mm).
10
Installatie van externe voorgestuurde
luchtleidingen
KENNISGEVING
De toevoerdruk van de geleider mag
geen 25-50% hoger zijn dan de
hoofdluchttoevoerdruk. Als de toevoerdruk
van de geleider te hoog is, kan er lucht
ontsnappen of kan de pomp te veel lucht
uitstoten.
1. Sluit een luchttoevoerleiding aan op de pomp
(A, A
. 3, pagina 11).
FB
2. Steek de slang met een buitendiameter
van 5/32 in de drukveerkoppeling op elk
voorgestuurd ventiel (113).
3. Verbind de resterende uiteinden van de
slangen met het indicatiesysteem van
de externe luchtvoorziening, zoals de
™
CycleFlo
- (onderdeelnr. 195264) of
CycleFlo II-regelaars (onderdeelnr. 195265)
van Graco.
113
Graco
CycleFlo
A
. 2. Verbind met de afstandsregeling
FB
van de luchttoevoer
Reed-schakelaar
Pulse Count-uitvoeringen zijn bedoeld
om gebruikt te worden in combinatie
met door de klant geleverd materiaal-
gegevensbewakingssysteem of
voorraadvolgsystemen. Plaats een M12, 5-pen
vrouwtjeskabel om de Reed-schakelaar met uw
gegevensbewakingssysteem te verbinden. Zie
handleiding 406824.
113
ti16894a
3A0552V