Gebruikershandleiding
De injectie wordt in de injectorkop bewaakt om een te hoge snelheid of te groot volume als gevolg van een systeemfout
te detecteren. Het toegediende volume wordt ook vergeleken met het totale ingestelde volume voor de injectie.
Wanneer er een foutconditie, onderbreking of stop wordt gedetecteerd, wordt de injectie binnen 5 ml gestopt.
Nadat de systeemvrijgave is geannuleerd, klinkt een geluidssignaal en wordt op het scherm een blokkademelding
weergegeven.
18.8 Prestaties vloeistofafgifte
Vloeistof
Nauwkeurigheid volume
Nauwkeurigheid flowsnelheid
Nauwkeurigheid pauze
Nauwkeurigheid KVO-volume
Nauwkeurigheid flowsnelheid KVO
18.9 Vloeistofprestaties systeem
De prestaties van het injectiesysteem zijn getest met gebruikmaking van door Bayer geleverde wegwerpartikelen en de
katheters in tabel 18 - 2.
18.9.1 Factoren van invloed op de flowsnelheid
Het vermogen van een injector om druk op te wekken, is slechts één van de factoren die van invloed zijn op de maximale
flowsnelheid. Andere factoren zijn:
Diameter van de katheter
Viscositeit (dikte) van de vloeistof
Lengte van de slang
Aantal slangdelen
Diameter van de slang
Temperatuur van de vloeistof, slang en spuiten tijdens de injectie
Maximale drukinstelling op de injector
Als u problemen ondervindt bij het verkrijgen van de gewenste flowsnelheid, neem dan contact op met een klinische
medewerker voor suggesties die de flowsnelheid zouden kunnen verhogen.
Tabel 18 - 1: Prestaties vloeistofafgifte
Injectie met enkele spuit A:
+/- (1% + 0,2 ml) van het geprogrammeerde contrastmiddelvolume voor
volumes ≤ 15,0 ml
+/- (1% + 0,3 ml) van het geprogrammeerde contrastmiddelvolume voor
volumes > 15,0 ml
Injectie met enkele spuit B:
+/- (5% + 0,1 ml)
Injectie met enkele spuit:
+/- (10% + 0,005 ml/s) bij een snelheid van 0,01 tot 0,99 ml/s
+/- (10% + 0,02 ml/s) bij een snelheid van 1 tot 10 ml/s
OPMERKING:
Het injectiesysteem presteert binnen de
gedefinieerde specificaties voor de nauwkeurigheid
van de flowsnelheid boven steady-state. Steady-
state wordt gemeten over 1 seconde of 10 ml, welk
van beide groter is.
+/- (5% + 0,2 seconden)
+/- 0,05 ml, gemiddeld over 10 opeenvolgende bolussen
1 ml/s +/- 0,2 ml/s
18 - 107