5.10.9 MIG/MAG-programmaverloop (Modus "programmastappen")
Bepaalde materialen zoals bijv. aluminium hebben speciale functies nodig om veilig en met hoge kwaliteit te kunnen worden
gelast. Daarbij wordt de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal met de volgende programma's gebruikt:
•
Startprogramma P
•
Hoofdprogramma P
•
Gereduceerd hoofdprogramma P
•
Eindprogramma P
De programma's bevatten de parameters draadsnelheid (werkpunt), correctie van de booglengte, slope-tijden,
programmaduurtijden etc.
I
Voor elke JOB kan voor het start-, beknopte hoofd- en eindprogramma apart worden ingesteld of er naar de pulsmethode moet
worden overgeschakeld.
Deze eigenschappen worden samen met de JOB in het lasapparaat opgeslagen. De pulsmethode is af fabriek in het
eindprogramma van alle forceArc JOB's geactiveerd.
Deze functie kan uitsluitend met de PC300.Net software worden geactiveerd en gebruikt!
•
(zie de handleiding van de software)
5.10.9.1 Selectie van programmaverloopparameters met de lasapparaatbesturing M3.19
Bedieningselement Actie
A
V
A
M
Job Nr
Hold
099-004833-EW505
22.04.2013
(reduceren van koude plekken bij begin lasnaad)
START
(continulassen)
A
(gerichte warmtereductie)
B
(minimaliseren van eindkraters door gerichte warmtereductie)
END)
P
START
P
Resultaat
Selecteren modus programmaverloop
1 x
Selecteren van de lasparameters met de toetsen
n x
en
„Down" (links)
Aanpassen van de geselecteerde lasparameter met de
n x
toetsen
Apparaat weer terug in de modus weergave.
3 x
P
A
A
P
B
Afbeelding 5-24
INSTRUCTIE
„Up" en
„Down" (rechts)
Opbouw en functie
MIG/MAG-lassen
P
END
t
Lampje
Program-Steps
„Up"
57