Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Machine Spoelen En Filteren - Toro 133-2955 Installatie-Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

van de vloeistofstroommeter 68,95 bar aangeeft).
Noteer het debiet van de hydrostaat en de vuldruk.
De hydrostaat pompt ________ liter per minuut bij
68,95 bar en de vuldruk bedraagt _______ bar.
9. Verklein de doorstroming van de vloeistofstroommeter
in de tractielus verder tot de meter van de
vloeistofstroommeter 137,89 bar aangeeft). Noteer het
debiet van de hydrostaat en de vuldruk.
De hydrostaat pompt ________ liter per minuut bij
137,89 bar en de vuldruk bedraagt _______ bar.
10. Ga verder met het verkleinen van de
vloeistofdoorstroming in de tractielus tot de
tractiedruk de overdruk bereikt, tot deze niet verder
stijgt of tot de motor afslaat. Noteer de druk die de
vloeistofstroommeter aangeeft.
De hydrostaat kan een druk van _______ bar leveren.
11. Als de hydrostaat 76 liter per minuut of meer leverde
bij 68,95 bar, en de vuldruk was 10,34 bar of meer bij
een constante tractiecircuitdruk hoger dan 68,95 bar,
gaat u naar
De machine spoelen en filteren (bladz.
er is geen bijkomende diagnostiek vereist.
12. Als de hydrostaat minder dan 76 liter per minuut
leverde bij 68,95 bar, of als de vuldruk onder 5,17 bar
daalde met een tractiedruk hoger dan 68,95 bar, moet
de hydrostaat gereviseerd worden; eerst zijn er echter
bijkomende tests vereist. Reviseer de hydrostaat nu
nog niet.
Verwijder de vloeistofstroommeter van het
tractiecircuit en koppel hem aan op aansluiting P1 van
de tandwielpompsectie. Meet de P1-vloeistofstroom
aan de tandwielpompsectie bij 137,89 bar.
Tandwielpompsectie P1 levert bij 137,89 bar _____
liter per minuut.
Als de tandwielpompstroom kleiner is dan 20 liter per
minuut bij de Reelmaster 5410, kleiner dan 27 liter per
minuut bij de Reelmaster 5510/5610 of kleiner dan
41,6 liter per minuut bij de Groundsmaster 4300, moet
de tandwielpomp vervangen worden; u dient echter
eerst een bijkomende procedure uit te voeren om het
systeem te spoelen. Vervang de tandwielpomp nu
nog niet.
13. Als de machine uitgerust is met CrossTrax
(vierwielaandrijving) en de hydrostaat leverde minder
dan 76 liter per minuut bij 68,95 bar, of indien de
vuldruk onder 5,17 bar zakte bij een tractiedruk hoger
dan 68,95 bar, moet u ook de achterwielmotoren
vervangen. Vervang deze nu nog niet.

De machine spoelen en filteren

1. Als het hogedrukfilter en de vloeistofstroommeter met
het oog op de tests naar de tandwielpomp werden
geplaatst in stap
brengt u deze terug aan op de hydrostaatlus volgens de
montageprocedure in stap 4.
2. Verwijder de motors van de maai-eenheid of stel het
contact van elke messenkooi en het ondermes af
zodat licht contact vermeden wordt. Laat de armen
van de maai-eenheid zakken om het circuit te kunnen
inschakelen.
3. Start de motor en drijf het toerental op naar volgas
terwijl de wielen van de machine de grond niet raken.
4. Druk het tractiepedaal langzaam volledig in. Sluit
de vloeistofstroommeter langzaam tot de drukmeter
68,95 bar aangeeft. Laat de tractor zo 10 minuten
lopen.
Opmerking: Zo wordt achtergebleven vuil uit het
tractiecircuit verwijderd.
6);
5. Schakel het tractiecircuit uit en schakel dan de
messenkooiaandrijving in om de vloeistof in dit circuit
schoon te maken. Laat 10 minuten lopen/filteren.
Schakel daarna de motor uit.
6. Laat het hydraulische reservoir leeglopen maar laat de
tank op zijn plaats zitten.
Opmerking: Verwijder de grote metalen dop die
met schroeven bevestigd is bovenaan de hydraulische
tank. De resterende vloeistof uit de tank laten lopen
of trekken. Gebruik een schone, sterke doek en/of
vloeistoffenzuiger om metaaldeeltjes van de bodem van
de tank te verwijderen. Zorg ook dat het oppervlak van
het aanzuigfilter schoon en vrij van vuil is. Bij ernstige
vervuiling moeten de tank en zeef mogelijk verwijderd
worden om deze schoon te maken en te spoelen.
7. Koppel de fittings van de tractiecircuitleidingen af en
blaas perslucht door de afzonderlijke leidingen om
achtergebleven vuil te verwijderen.
Opmerking: Gebruik sterke doeken om olie en
vuil op te vangen aan de uiteinden van de slangen.
Bij eenheden met vierwielaandrijving moet u de
ontlastklep en regelkleppen in het verdeelstuk van
de vierwielaandrijving verwijderen om het systeem
grondig schoon te maken.
De testapparatuur verwijderen
Verwijder het hogedrukfilter, de vloeistofstroommeter en de
vuldrukmeter.
6
13
van
De machine testen (bladz.
2),

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave