Figuur 15
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de laadbak omhoog; zie
18).
3. Maak de omgeving van de vulbuis
met een vod zodat vuil niet in de vulbuis kan vallen
en de motor beschadigen.
Figuur 16
1. Oliepeilstok en vulopening
4. Verwijder de oliepeilstok en veeg het uiteinde schoon
(Figuur
16).
5. Schuif de oliepeilstok helemaal in de vulbuis
16).
6. Trek de peilstok eruit en controleer het oliepeil op het
uiteinde.
7. Als het oliepeil te laag is, moet u geschikte olie in de
vulbuis gieten totdat het peil de Vol-markering op de
peilstok bereikt.
Opmerking: Vul de olie langzaam bij en controleer
daarbij veelvuldig het oliepeil. Voeg niet te veel olie
toe.
8. Steek de oliepeilstok helemaal in de opening
16).
De laadbak ophalen (bladz.
(Figuur
16) schoon
(Figuur
(Figuur
9. Laat de laadbak zakken; zie
18).
Het motoroliepeil controleren (modellen
07273 en 07273TC)
Opmerking: De machine wordt geleverd met olie in het
carter; u dient echter het oliepeil te controleren voor- en
nadat u de motor start.
Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SF,
SG, SH, SJ of hoger)
Viscositeit: Zie onderstaande tabel
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de laadbak omhoog; zie
18).
3. Maak de omgeving van de oliepeilstok en de vuldop
(Figuur
18) schoon met een vod zodat vuil niet in de
buis van de peilstok of de vulopening kan vallen en de
motor beschadigen.
1. Oliepeilstok (lus naar
beneden)
4. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon
(Figuur
18).
5. Schuif de peilstok helemaal in de vulbuis
6. Trek de peilstok eruit en controleer het oliepeil op het
uiteinde.
21
Laadbak neerlaten (bladz.
Figuur 17
De laadbak ophalen (bladz.
Figuur 18
2. Vuldop (vulbuis)
(Figuur
18).