11.3
24V relaismodule pcb-connectoren
Als u naar de module kijkt, ziet u de printplaat in dezelfde richting als op het onderstaande
diagram is weergegeven.
Sluit nooit netspanning aan op de 4-20mA ingang, de 4-20mA
uitgang, +24VDC of stopcontactklemmen: Sluit de juiste signalen aan
op de onderstaande klemmen. Beperk signalen tot de aangegeven
maximumwaarden. Voer geen spanning over andere klemmen. Er kan
dan blijvende schade worden aangericht die niet onder de garantie
valt. De maximale belasting op de relaiscontacten van deze pomp is
110 VAC 5 A of 30 VDC 5 A.
Alarmsignaal (J5)
Verbind het uitgangsapparaat met klem C (common
(gemeenschappelijk)) van de relaisconnector en zo
nodig met de NC-klem (normally closed (normaal
gesloten)) of NO-klem (normally open (normaal open)).
Deze relaisspoel wordt geactiveerd als er een
alarmsituatie op de pomp plaatsvindt.
NB: Alarmsituaties worden door systeemfouten
gegenereerd. Dit alarm wordt niet in werking gesteld
voor analoge signaalfouten.
De standaard voor Relais 1 is Alarm, voor Universal+
modellen kan deze uitgang (1) in het menu met de
besturingsinstellingen worden geconfigureerd.
m-qdos-allmodels-nl-03
RLY1
N/C
C
N/O
3
J5
2
1
36