11.4
110V relaismodule pcb-connectoren
Als u naar de module kijkt, ziet u de printplaat in dezelfde richting als op het onderstaande
diagram is weergegeven.
Sluit de juiste signalen aan op de onderstaande klemmen. Beperk
signalen tot de aangegeven maximumwaarden. Voer geen spanning
over andere klemmen. Er kan dan blijvende schade worden aangericht
die niet onder de garantie valt. De maximale belasting op de
relaiscontacten van deze pomp is 115 VAC; max. spanning 5 A.
Spanningen hebben geen transformatorisolatie nodig. De relais zijn
geschikt voor het schakelen van een netvoedingsbelasting van 115
VAC. Deze relaisuitgangen zijn niet geschikt voor logische signalen
van 24 VDC.
Alarmsignaal (J5)
Verbind het uitgangsapparaat met klem C (common
(gemeenschappelijk)) van de relaisconnector en zo
nodig met de NC-klem (normally closed (normaal
gesloten)) of NO-klem (normally open (normaal open)).
Deze relaisspoel wordt geactiveerd als er een
alarmsituatie op de pomp plaatsvindt.
NB: Alarmsituaties worden door systeemfouten
gegenereerd. Dit alarm wordt niet in werking gesteld
voor analoge signaalfouten.
De standaard voor Relais 1 is Alarm, voor Universal+
modellen kan deze uitgang (1) in het menu met de
besturingsinstellingen worden geconfigureerd.
m-qdos-allmodels-nl-03
RLY1
N/C
C
N/O
3
J5
2
1
39