Machine Translated by Google
1. Aan/uit-/volumeknop 2. Aan/uit-
indicatielampje 3. Hoofdtelefoonaansluiting
(twee)
4. Transducer
5. Deksel batterijvak
3.3 INGEBOUWDE BATTERIJ
1. Open het batterijklepje. Het achterpaneel is omgedraaid.
Open eerst het deksel (5) van het batterijvak.
2. Installeer de batterij. Trek de batterijconnector eruit. Steek vervolgens
de batterij in de connector en plaats deze vervolgens in het opbergvak.
Accu.
3. 3. Sluit het batterijdeksel. Plaats eerst links van de vergrendeling van
het batterijcompartiment het deksel op de juiste plaats. Sluit vervolgens
het deksel (5).
LET OP: Verwijder de batterijen als u het apparaat een tijd
niet gaat gebruiken.
WAARSCHUWING: Onregelmatige behandeling van batterijen
kan een gevaar vormen voor de gezondheid en het milieu.
3.4 BEDIENINGSKNOP EN INDICATIELAMPJE De aan/uit/
volumeknop (1) is eenvoudig te bedienen. En het werkindicatielampje (2)
geeft de werkstatus weer.
3.4.1 INSCHAKELEN
Wanneer het product niet in gebruik is, draait u de "Aan/Uit/Volume-knop
(1)" met de klok mee om het product in te schakelen. Het controlelampje
(2) gaat branden.
3.4.2
UITSCHAKELEN Draai tijdens gebruik de "Aan/Uit/Volumeknop (1)" naar
links om het product uit te schakelen. Het indicatielampje (2) gaat uit.
3.4.3 VOLUMEREGELING Draai
de "Aan/Uit/Volumeknop (1)" naar rechts; het geluidsvolume zal
toenemen. Draai je daarentegen de "Aan/Uit/Volume knop (1)" naar links,
dan zal het geluidsvolume afnemen.
7