OVERZICHT VERWARMINGSINSTALLATIE
Een verwarmingsinstallatie bestaat over het algemeen uit radiators of convectoren, een ketel, een circulatiepomp
en een collector voorzien van ventielen voor iedere radiatorgroep.
Ieder lokaal wordt voorzien van een temperatuurvoeler VMB1TS die beheerd wordt door één of meerdere
temperatuurcontrollers VMB1TC. De voelers sturen op hun beurt relaismodules VMB4RY (of VMB1RY) die de
ventielen bedienen. Van zodra er één van de ventielen geopend wordt, kan een relaiskanaal de circulatiepomp
activeren en van zodra één van de voelers in dag- of comfortmode staat kan een relaiskanaal de ketel in
dagregime plaatsen.
Maakt men gebruik van convectoren met een ingebouwde ventilator dan kan een relaiskanaal deze ventilator
sturen als de kamertemperatuur te veel afwijkt van de gewenste temperatuur om bijvoorbeeld 's morgens het
verwarmen te versnellen.
10
VMB1TS handleiding – editie 3