Alarm, foutopsporing
E-20: ALARM DOORSPUITEN BEGINNEN
Het systeem detecteert verstuifde lucht naar het pistool
wanneer doorspuiten is geselecteerd.
Voor systemen met een pistoolspoelkast: het pistool
bevindt zich niet in de spoelkast wanneer doorspuiten
werd geselecteerd.
Voor systemen met auto-afvoer aan: het pistool bevindt
zich niet in de kast wanneer de auto-afvoer werd
geselecteerd.
Bij systemen met een pistoolspoelkast is zekering F2
doorgebrand.
E-21: ALARM MATERIAALVULLEN
Voor systemen waarbij een minimaal vulvolume voor
gemengd materiaal werd ingevoerd: het systeem
detecteert dat het vulvolume niet bereikt wordt tijdens
het vullen van het gemengd materiaal.
Bij systemen zonder kleurwijziging en met een ingevoerd
minimaal materiaalvulvolume is zekering F1
doorgebrand.
E-22: ALARM TANK A LAAG, E-23: ALARM TANK B LAAG, of E-24: ALARM TANK S LaaG
Het tankvolume bereikt de drempelwaarde voor laag
niveau.
92
Tabel 11. Alarm, foutopsporing
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oplossing
Schakel de pistoollucht uit.
Plaats het pistool in de pistoolspoelkast. Controleer of de
pistoolspoelkast correct functioneert.
Plaats het pistool in de pistoolspoelkast. Controleer of de
pistoolspoelkast correct functioneert.
Controleer de zekering en vervang deze zo nodig.
Zie reparatie- en onderdelenhandleiding.
Oplossing
Controleer op beperkingen of lekken in het
vloeistoftoevoersysteem.
Controleer of het vulvolume goed ingesteld is:
•
Pas het vulvolume aan.
•
Pas de vultijd aan.
Controleer de zekering en vervang deze zo nodig.
Zie reparatie- en onderdelenhandleiding.
Oplossing
Het EasyKey-scherm zal het alarm weergeven en de
gebruiker een van de volgende dingen laten doen:
•
Vul de tank bij om het alarm om te heffen.
•
Ga verder met mengen door "Spuit 25% van het
resterende volume" te selecteren. Als deze selectie
gekozen wordt zal er zich een tweede alarm
voordoen nadat de overblijvende 25% van het
volume werd gemengd. Vul de tank bij om het alarm
om te heffen.
313970L